Woordenboek
- saneringsinfrastructuur
- Het geheel van voorzieningen om het afvalwater te transporteren, te zuiveren en finaal te lozen.
- Sb
- Antimoon
- SCK-CEN
- Studiecentrum voor Kernenergie (Centre d’Etude de l’Energie Nucléaire)
- Secundair fijn stof
- Deeltjes die als gas worden uitgestoten en die door chemische of fysische reacties worden omgezet in fijn stof, bv. ammonium, nitraat en sulfaat zijn afkomstig uit ammoniak, stikstofdioxiden en zwaveldioxide.
- Secundaire stofemissie
- Secundaire deeltjes ontstaan in de atmosfeer door chemische reacties uit gasvormige componenten zoals SO2, NH3 en NOx.
- Signaalgebieden
- Nog niet ontwikkelde gebieden met een harde gewestplanbestemming (woongebied, industriegebied,...) die ook een functie kunnen vervullen in de aanpak van wateroverlast omdat ze kunnen overstromen of omdat ze omwille van specifieke bodemeigenschappen als een natuurlijke spons fungeren.
- Slibvang
- Goed bereikbare plaatsen waar we de waterloop aanpassen zodat slib en zand er bezinkt. Hierdoor beperken we de ecologische impact en de kosten van slibruimingen.
- Smog
- Het woord smog komt oorspronkelijk van de woorden smoke en fog, of rook en mist. Tegenwoordig spreken we van smog als de lucht sterk verontreinigd is door minstens één van de volgende stoffen: ozon (O3), fijn stof (PM10), zwaveldioxide (SO2) en stikstofdioxide (NO2).
Zomersmog treedt op wanneer er op warme en zonnige dagen te veel ozon in de lucht hangt.
Wintersmog ontstaat als stoffen afkomstig van verkeer en industrie (fijn stof, roet, stikstofoxiden en zwaveloxiden) blijven hangen tijdens de winterperiode. - sponsstad
- Een stad die regenwater absorbeert en vasthoudt zoals een spons, en er – bijvoorbeeld in periodes van droogte – gebruik van maakt. In plaats van regenwater af te voeren via rioleringssystemen en straatgoten, proberen sponssteden het regenwater te benutten op een manier die het milieu en de gemeenschap ten goede komt. Ze passen daarvoor de infrastructuur aan met onder andere bovengrondse en ondergrondse grachten, groene ruimtes en overstromingsbekkens. Kopenhagen is een bekend voorbeeld van een stad die de principes van een sponsstad toepast.
- STEG
- Stoom- en gascentrale, een elektriciteitscentrale waarbij twee turbines worden aangedreven. De eerste turbine is een gasturbine en wordt aangedreven door het verbranden van aardgas of door vergassing van steenkool en/of biomassa. De tweede turbine, de stoomturbine, wordt aangedreven door stoom die wordt verhit door de warmte van de gassen van de gasturbine.
- street canyon
- Smalle straten met hoge bebouwing. In deze straten worden de uitlaatgassen slechter verdund en kan de luchtvervuiling opstapelen.
- Stroomdeflectoren
- Kleine aanpassingen in de waterloop (bv. kleine eilandjes, boomstronken…) die zorgen voor meer variatie in stroomsnelheid. Hierdoor krijgt het waterleven (vissen, planten, insecten) meer kansen.
- Stroomgebiedbeheerplan
- Deze plannen bevatten maatregelen om de toestand van de waterlopen en het grondwater te verbeteren en om het overstromingsrisico te verminderen.