Integrale waterfactuur voor bedrijven
Bedrijven en landbouwers die verontreinigd drinkwater lozen op de riolering betalen via de waterfactuur een bovengemeentelijke bijdrage aan hun watermaatschappij. Deze bijdrage of vergoeding werd tot voor kort in mindering gebracht van de heffing die door de VMM gevestigd wordt. Was de aanrekende bijdrage of vergoeding hoger dan de heffing, dan stuurde de watermaatschappij een creditnota. Was het tegengestelde van toepassing, dan was er een restheffing verschuldigd aan de VMM.
Voortaan zal de watermaatschappij ook het restbedrag via een debetnota aanrekenen zodat de restheffing voor de meeste bedrijven nul bedraagt. Het bedrag van de heffing voor het lozen van afvalwater op riolering wordt dus volledig via de watermaatschappij aangerekend.
Hoe gaat het in zijn werk voor drinkwater?
- De watermaatschappij rekent via de jaarlijkse, driemaandelijkse of maandelijkse verbruiksfacturen een voorlopige bovengemeentelijke bijdrage aan voor de sanering van het geloosde afvalwater. Deze bovengemeentelijke bijdrage wordt bepaald op basis van een individueel tarief. In het geval van jaarlijkse verbruiksfacturen zal de watermaatschappij voorafgaand ook tussentijdse facturen opmaken die steeds verrekend worden op deze jaarlijkse verbruiksfacturen.
- De VMM berekent de vuilvracht op basis van de heffingsaangifte en het waterverbruik op de verbruiksfacturen. De vuilvracht staat vermeld op de berekeningsnota bij het heffingsbiljet. Op de berekeningsnota vermeldt de VMM tevens de maximale bijdrage die door de watermaatschappij voor jouw dossier mag worden aangerekend. Daarnaast kunnen op het heffingsbiljet ook andere bedragen vermeld worden zoals de grondwaterheffing of een eventuele heffingsverhoging en boete.
- De VMM maakt de vuilvrachtgegevens over aan de watermaatschappij zodat zij de definitieve bovengemeentelijke bijdrage kan berekenen. Deze definitieve bovengemeentelijke bijdrage is terug te vinden op de berekeningsnota als maximale bijdrage.
- De watermaatschappij vergelijkt de definitieve bijdrage met de voorlopig aangerekende bovengemeentelijke bijdrage op de jaarlijkse, driemaandelijkse of maandelijkse verbruiksfacturen van het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar.
- De watermaatschappij stuurt een credit- of debetnota voor de teveel of te weinig aangerekende bijdrage. De totale aangerekende bovengemeentelijke bijdrage stemt zo overeen met de door de VMM berekende heffing.
Een rekenvoorbeeld
Jouw bedrijf ontvangt een verbruiksfactuur van de watermaatschappij met daarop een bovengemeentelijke bijdrage van 80 euro (excl. BTW). Op basis van je aangifte bij de VMM bedraagt de heffing 100 euro. Voortaan rekent de watermaatschappij een bijkomende bovengemeentelijke bijdrage aan van 20 euro (excl. BTW) en bedraagt de restheffing bij de VMM nul euro.
Wat als je ook een eigen waterwinning hebt?
Ook voor een eigen waterwinning geldt de integrale waterfactuur. De definitieve bovengemeentelijke vergoeding wordt door je watermaatschappij berekend op basis van de door de VMM berekende vuilvracht. Je vindt ze op de berekeningsnota van het VMM-heffingsbiljet als maximale vergoeding. Je watermaatschappij zal een debet- of creditnota sturen voor de teveel of te weinig aangerekende vergoeding.
Betaalt jouw bedrijf zowel een bovengemeentelijke bijdrage als vergoeding?
Dan ontvang je voor beide bedragen een aparte credit- of debetnota van de watermaatschappij.
Wat met de gemeentelijk bijdrage en vergoeding?
Voor de afvoer van het geloosde afvalwater via de riolering wordt een gemeentelijke bijdrage geïnd via de waterfactuur. Bepaalt je gemeente het tarief op basis van een individueel tarief of brengt ze het geloosde volume in rekening? Dan zal de watermaatschappij via de debet- of creditnota ook de hoogte van de aangerekende gemeentelijke bijdrage of vergoeding bijstellen.
Bekijk hier welke tariefstructuur jouw gemeente toepast.
Voor wie is dit van toepassing?
De integrale waterfactuur voor bedrijven is van toepassing voor alle grootverbruikers die lozen op de riolering.
Voor landbouwbedrijven die geen gebruik maken van de saneringsinfrastructuur voor het bedrijfsafvalwater afkomstig van een eigen waterwinning, is de voorlopig aangerekende bovengemeentelijke vergoeding de maximum vergoeding. Hiervoor moet een verklaring op erewoord ingediend worden bij de watermaatschappij. In dat geval kan er enkel sprake zijn van een terugbetaling (credit) van de vergoeding. Als de heffing groter is dan de vergoeding betalen deze bedrijven toch nog een restheffing aan de VMM en stuurt de watermaatschappij dus geen debetnota.
Hoe kan je je debet- of creditnota controleren?
Voor een debet- of credit nota die betrekking heeft op heffingsjaar 2017, moet het bedrag van de terug te storten of recent aangerekende bijdrage of vergoeding die op je heffingsbiljet staat gelijk zijn aan het bedrag vermeld op de debet- of creditnota.
De volgende heffingsjaren zal de debet- of creditnota de definitief vastgelegde bovengemeentelijke bijdrage en -vergoeding bevatten. Dat bedrag moet hetzelfde zijn als op de berekeningsnota van het heffingsbiljet dat de VMM je doorstuurde voor hetzelfde heffingsjaar (vermeld onder maximale bijdrage en vergoeding).
Vragen over de integrale waterfactuur voor bedrijven?
Als je tussentijdse facturen niet correct verrekend worden op je verbruiksfactuur of als voor het heffingsjaar 2017 het bedrag van de terug te storten of recent aangerekende bijdrage of vergoeding die op je heffingsbiljet staat niet overeenkomt met het bedrag vermeld op de debet- of creditnota, neem dan contact op met je watermaatschappij.
Als voor de volgende heffingsjaren de ‘maximale bijdrage’ of ‘maximale vergoeding’ die op je heffingsbiljet staat niet overeenkomt met het bedrag vermeld op de debet- of creditnota, neem dan contact op met je watermaatschappij.
Ben je niet akkoord met de berekende vuilvracht, dan kan je een bezwaar indienen bij de VMM.