Zware metalen in waterbodem
- Verontreiniging van oppervlaktewater blijft niet beperkt tot de waterkolom zelf. Een aantal stoffen, waaronder zware metalen, hebben immers de neiging zich te binden aan het zwevend stof. Als dit zwevend stof bezinkt, gaat het samen met de eraan vastgehechte polluenten de waterbodem of sedimentlaag vormen.
- Vooral cadmium, koper, kwik, lood en zink zorgen voor verontreiniging.
- Het percentage sterk verontreinigde waterbodems is voor de meeste metalen afgenomen.
Doelstellingen
Sinds 9 juli 2010 zijn er decretale milieukwaliteitsnormen voor waterbodems. Het zijn richtwaarden die het milieukwaliteitsniveau bepalen dat zo veel mogelijk moet worden bereikt of gehandhaafd. Ze gelden niet als saneringscriterium, noch als saneringsdoel.
Triggerwaarden zijn de concentraties waaronder geen aanzienlijke effecten op de aanwezige biota worden verwacht. Overschrijding van de triggerwaarde kan aanleiding geven tot verder onderzoek.
Toestand
De meetresultaten voor de periode 2016-2021 geven aan dat:
- vooral cadmium, koper, kwik, lood en zink voor verontreiniging zorgen;
- zink en koper het vaakst aanleiding geven tot overschrijdingen van de normen, wat in respectievelijk 43 en 40% van de meetplaatsen het geval is;
- de triggerwaarde voor vanadium het vaakst overschreden wordt (9% van de meetplaatsen).
De verontreiniging van de waterbodem met zware metalen is deels het gevolg van historische vervuiling.
Evolutie
Sinds de eerste monitoringscampagne van 2000-2003:
- is de verontreiniging van de waterbodems met kwik en nikkel duidelijk afgenomen;
- is het percentage sterk verontreinigde waterbodems voor de meeste metalen afgenomen;
- gaat de toestand voor geen enkel metaal achteruit.
De kwaliteit van een waterbodem kan wijzigen:
- door sediment te verwijderen (al leidt sanering niet altijd tot een verbetering van de waterbodemkwaliteit omdat de historische verontreiniging soms diep in de waterbodem is doorgedrongen);
- door verminderde lozingen waardoor de nieuw gevormde waterbodem – met andere woorden de bovenste sedimentlaag – minder vervuild is;
- door de gewijzigde fysisch-chemische kwaliteit van de waterkolom, bijvoorbeeld hogere zuurstofconcentratie, kan nalevering van toxische stoffen vanuit de waterbodem naar de waterkolom optreden.
Hoe pakken we dit aan?
De stroomgebiedbeheerplannen bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van het oppervlaktewater en het grondwater te verbeteren. Alle maatregelen en acties om de toestand van de watersystemen te verbeteren of de overstromingsrisico's beter te beheren, zijn samengebracht in het maatregelenprogramma. Voor deze indicator is vooral Groep 8B - Waterbodem van belang , meer bepaald de maatregel ‘8B_D De waterbodemkwaliteit verbeteren door duurzaam saneren van verontreinigde waterbodems’. Gebiedsspecifieke acties komen aan bod in de bekkenspecifieke delen. Een bekend voorbeeld is de sanering van de Winterbeek in het Demerbekken. In dit project wordt 17 kilometer historisch verontreinigde waterbodem geruimd en worden de oevers gesaneerd.
Meer informatie
- Handboek voor de karakterisatie van de bodems van de Vlaamse waterlopen volgens triade
- Risicobeoordeling van verontreinigde waterbodems: naar een Vlaams beoordelingskader
- Waterbodemverkenner
- Sedimentverkenner
- Waterbodem – Triggerwaarden voor verder onderzoek