Vlaanderen.be www.vmm.be
Je bent hier: Home / Water / Overstromingen / Veelgestelde vragen bij actualisatie pluviale overstromingskaarten

Veelgestelde vragen bij actualisatie pluviale overstromingskaarten

Op 26 augustus organiseerde de VMM een webinar over de actualisatie van de pluviale overstromingskaarten die zal worden uitgevoerd. Op deze webpagina bundelen we de vragen die tijdens het webinar niet werden beantwoord. Heb je nog vragen? Mail ze naar watertoets@vmm.be.

Vraag: Kan een volledige GIS-laag met duikers worden aangeleverd? 

Antwoord: Nee, het is wel mogelijk om zelf een externe GIS-laag toe te voegen aan het loket zodat u gericht de relevante duikers kan toevoegen. Zoals aangegeven in het webinar is niet elke duiker relevant, maar enkel de duikers die een mogelijke impact kunnen hebben op een overstromingscontour.

Vraag: In stedelijk gebied is de opdeling tussen duikers (waterlopen/grachten) en riolering niet altijd duidelijk. De rioleringsinfrastructuur is wel heel bepalend. Is het mogelijk om ook de AWIS 2 als achtergrond/informatielaag mee te geven? Zo weten wij welke info er al verwerkt wordt.

Antwoord: Deze laag is niet standaard voorzien in het loket, maar de export uit AWIS 2 die voorzien is, is deze die eind mei 2024 opgenomen was in AWIS 2.

Vraag: Recente infrastructuurdossiers (verkavelingen) waarbij een asbuilt ingediend werd bij digitaal Vlaanderen (GRB) worden verwerkt en zijn zichtbaar op o.a. Geopunt. Zitten dergelijke verkavelingen reeds verwerkt in de basiskaart? Wat met de kaveloppervlaktes binnen dergelijke verkavelingen? De niveaus van de kavels zijn afgewerkt op niveau van de rijweg, maar enkel de rijweg is opgenomen in het GRB. 

Antwoord: Alles wat in het GRB (versie sept 2024) zit op gebied van bebouwing, zit ook verwerkt in het model. De afstromende oppervlakte naar de riolering is gebaseerd op de BBK (recentste versie dateert van 2021). Op zich maakt voor de modellering de kavelstructuur weinig verschil. 

Vraag: Wat als een koker buiten de pluviale zone plots door de herrekening wel in de pluviale zone komt te liggen? Dan moet deze toch ingevoerd worden? Momenteel is dit niet nodig wat voor verkeerde berekeningen zal leiden. Hoe wordt dit dan best opgelost? 

Antwoord: Het is inderdaad niet uit te sluiten dat dit op een aantal locaties kan gebeuren. De focus ligt vooral op de gebieden die momenteel zijn ingetekend wat veruit de meerderheid van de gevallen zal zijn. 

Vraag: Bij DTM aanpassingen bv. als gevolg van de aanleg van een winterbedding met schuine bodem, deel je die dan op in vakken van 2 x 2 meter met telkens de gemiddelde verdieping per vierkant, of wil je een beschrijving van het geheel?

Antwoord: Het is mogelijk om een DTM edit door te geven en aan te geven hoeveel meter onder maaiveld de verlaging is uitgevoerd. In het concrete geval van een winterbed is het wellicht handigst om 1 strook langs de waterloop in te tekenen met een gemiddelde afgraving ten opzichte van het maaiveld.

Vraag: Is er een handleiding voorhanden om de aanpassingen in te geven?

Antwoord: De presentatie en de webinaropname worden beschikbaar gemaakt op deze website en dienen als handleiding. 

Vraag: Van welke datum is het digitaal hoogtemodel? Zodat we weten we welke reliëfwijzigingen we mogen opnemen en welke niet.

Antwoord: Het DHM 2 werd opgemaakt in 2013 - 2015, ook bij reliëfwijziging moeten natuurlijk enkel degene ingevoerd worden die impact kunnen hebben op overstromingscontouren en niet elke reliëfwijziging. Voor alle duidelijkheid staat op de website onder 'Modeldata' een laag 'DTM kleur' die het digitaal hoogtemodel voorstelt dat gebruikt zal worden bij de modelberekeningen.

Vraag: Moet ontharding ook aangegeven worden? Bijvoorbeeld omvorming van speelplaatsen.

Antwoord: Neen, in principe gebruiken we daarvoor de universele basisdata zoals in dit geval de bodembedekkingskaart.

Vraag: Brownfields en industriële sites geven in veel gevallen een sterk pluviaal overstromingsrisico, vermoedelijk door de klassiek hoge verhardingsgraad. Vaak wordt de hoge verhardingsgraad weggenomen bij een sanering en/of reconversie naar bijvoorbeeld een woonproject. Deze projecten hebben veelal uit een lagere verhardingsgraad én dienen te voldoen aan de recente hemelwaterwetgeving.

Antwoord: De hemelwaterverordening zal positief zijn voor de frequente overstromingen, maar ook deze sites zullen vaak nog onderhevig blijven aan pluviale overstromingen indien enkel op het bronbeleid wordt vertrouwd. In geval van volledige nieuwbouw zal er ook nieuwe riolering zijn en wordt dit automatisch aan een veel hogere capaciteit doorgerekend.

vraag: Kan er modellering van het pluviaal risico voor een te ontharden site aangevraagd worden?

Antwoord: Momenteel is dat nog niet mogelijk. De VMM onderzoekt of dat in de toekomst kan gerealiseerd worden. In dat geval zou dat kunnen aangevraagd worden via een samenwerkingsovereenkomst met VMM.

Vraag: Bij hevige regenval komt het voor dat het water door bepaalde gebouwen en loodsen stroomt. Bij de huidige pluviale kaart worden alle gebouwen 10 meter opgetrokken. Dit geeft een vertekend beeld van de realiteit, wat tot discussies kan leiden bij nieuwe ontwikkelingen. Kan er bij de opmaak van de nieuwe kaarten rekening gehouden worden met gebouwen waarvan geweten is dat het water ook door de gebouwen loopt bij hevige regenval?

Antwoord: Er is geen basislaag die weergeeft vanaf welk niveau water door bepaalde gebouwen zal stromen. Hier kan dus geen rekening mee gehouden worden. Doordat ook enkel de grotere contouren zijn opgenomen om door te vertalen naar de watertoetskaart, zijn de meeste van dergelijke gevallen er al wel uitgefilterd.

Vraag: Bestaat er een overzicht wat er op elke plaats als 'meest ernstige' bui al is opgetreden ?

Antwoord: Neen, dat overzicht is er niet. Daarnaast wil dit ook niet zeggen dat dit dan de meest ernstige overstroming is, aangezien dat door nog heel wat extra factoren wordt bepaald waaronder verzadiging, kenmerken van het stroomgebied, e.d.

Vraag: We hebben de laatste jaren in onze gemeente niet echt overstromingen gehad. Is dit een kwestie van geluk of van degelijk beheer van hemelwater? We hebben geen zicht of onze gemeente meer of minder geteisterd is door zware buien.

Antwoord: Op zich is dit dan eerder geluk. De pluviale overstromingscontouren geven een statistische kans weer, indien die zich nog niet heeft voorgedaan is dat geluk. Sommige gemeentes zijn al enkele keren getroffen recent door zware wolkbreuken, dat is helaas de andere kant van het verhaal en deels ongeluk. Een goed hemelwaterbeheer zal natuurlijk altijd een positieve impact hebben, maar niet noodzakelijk alle extremen ondervangen.

Vraag: Bij de advieskaart merken we dat voor een zone de aangeduide adviesverlener niet correct is. Waar kan ik terecht om dit te laten aanpassen.

Dit mag overgemaakt worden aan

Bekijk het webinar »

De VMM beheert de onbevaarbare waterlopen van eerste categorie. De VMM werkt volgens de principes van de meerlaagse waterveiligheid om overstromingen aan te pakken in Vlaanderen.

» Over VMM

Waterinfo.be is de portaalwebsite van de Vlaamse waterbeheerders. Je vindt er alle actuele waterstanden en overstromingsvoorspellingen.

vmm.be is een officiële website van de Vlaamse overheid

Elke dag opnieuw werkt de Vlaamse Milieumaatschappij aan het milieu van morgen. Water, lucht en klimaat(adaptatie) zijn onze kerntaken.