Overzicht van het meest recente nieuws over de aanpak van overstromingen.
Eind vorig jaar kende de Vlaamse Regering investeringssteun toe aan 11 nieuwe proeftuinen droogte. Het gaat telkens over samenwerkingen tussen meerdere partners die waterstromen uitwisselen en zichzelf beter beschermen tegen droogte en waterschaarste. Het steunprogramma komt tot stand dankzij de extra middelen die Europa ter beschikking stelt voor de Blue Deal.
Sinds 2021 meet de VMM continu de waterkwaliteit op de Aa met digitale meetsensoren. De waterkwaliteit is vooral tijdens de zomermaanden nog ondermaats, vooral tijdens regenweer, mogelijk veroorzaakt door overstortwerking. Met die meetresultaten maakt de VMM samen met verschillende partners werk van een betere waterkwaliteit van de Aa. Die engagementen liggen nu vast in een charter.
Op 9 december 2022 lanceerde de VMM nieuwe tools in het Klimaatportaal. Met de IMPACT-tool zie je de invloed van klimaatverandering op grondwater en de hittestress o.b.v. gevoelstemperatuur. Je kan nu inzoomen op wijkniveau en het is gemakkelijker om kaartbeelden te combineren en te delen, en data te downloaden. Je kan ook een overzichtelijke kaartencatalogus raadplegen.
Een doelstelling in de Blue Deal is "water beter vasthouden”. Nieuw instrument “peilbesluit” zal daarbij helpen in vlakke gebieden. Daarmee worden de peildoelstellingen onderbouwd en juridisch bindend gemaakt. Met een goed peilbeheer pakken we verdroging aan en houden we het water zoveel mogelijk vast, rekening houdende met de noden in een gebied.
In Sint-Pieters-Leeuw is de ruiming van de sedimentvang van de Zuunbeek gestart. De sedimentvang is een verbreding van de Zuunbeek waar het sediment dat de beek afvoert van stroomopwaarts gelegen gebieden bezinkt. Zo hoeft de VMM maar op één plaats slib te ruimen in plaats van het ganse afwaartse traject.
Maandag is vooral over West-Vlaanderen een aanzienlijke hoeveelheid neerslag gevallen, waardoor verschillende waterlopen buiten hun oevers zijn getreden. Bij enkele waterlopen (o.a. Heidebeek omgeving Watou en Poperingevaart omgeving Vleteren) naderde het waterpeil het alarmpeil, maar ondertussen is het maximum bereikt en de daling ingezet.
Naast algemene maatregelen, hebben we een aanpak nodig om erosie sterk terug te dringen in specifieke gebieden. De VMM neemt daartoe initiatieven om samen met andere actoren in partnership op die plaatsen een duidelijk verschil te maken. Erosie moet in de eerste plaats brongericht aangepakt worden.
Welke normen gelden er voor sediment?
Er zijn momenteel geen normen vastgelegd die bepalen hoeveel sediment er mag zijn. In de basismilieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater staat dat er een grenswaarde is voor zwevende stof van 50 mg/l voor 90 % van de meetresultaten. Ter hoogte van de sedimentmeetstations meet de VMM een gemiddelde concentratie tussen de 14 en 30 mg/l (zie rapport sedimentmeetnet 2020). Maar bij intense regenbuien ligt de gemiddelde piekconcentratie van zwevende deeltjes tot wel 360 keer hoger dan deze concentraties.
De VMM meet continu sedimentconcentraties (= aantal gram sediment per liter) en sedimentvrachten (= hoeveelheid ton zwevende droge stof) in onze waterlopen zodat we de sedimentlast kunnen monitoren. We startten het sedimentmeetnet op de onbevaarbare waterlopen 20 jaar geleden op.
Sediment staat voor de zwevende deeltjes in water. Deze sedimentdeeltjes kunnen zich afzetten in de waterkolom, wat aanleiding geeft tot slibvorming. Het is van nature aanwezig in de waterloop en is, in beperkte hoeveelheden, een essentieel onderdeel van het water. Externe factoren kunnen ertoe leiden dat er een te grote aanvoer van sediment is. Vooral watererosie uit landbouwgebied, industriële en huishoudelijke lozingen en oevererosie veroorzaken sediment in grachten en waterlopen.