Zuurstof en zuurstofbindende stoffen in oppervlaktewater
- Een goede zuurstofhuishouding is cruciaal voor een goede ecologische toestand. Gevoelige soorten vis of ongewervelden verdwijnen snel bij verlaagde zuurstofconcentraties. Maar oververzadiging aan opgeloste zuurstof is ook niet gewenst en kan schadelijk zijn voor de kieuwen van vissen. Ondergedompelde waterplanten (vooral microwieren) geven overdag zuurstof af aan het water door fotosynthese. Hoe meer vervuiling met zuurstofbindende stoffen hoe minder zuurstof in het water.
- 51% van de Vlaamse waterlichamen voldeed in 2022 aan de norm voor opgeloste zuurstof.
- De zuurstofconcentraties in oppervlaktewater zijn langzaam verbeterd in de periode 2007-2013, maar daarna heeft die evolutie zich niet doorgezet.
- Naast de minder snelle uitbouw van de openbare waterzuivering gedurende de laatste jaren hebben de extreme weersomstandigheden van de laatste jaren een belangrijke invloed gehad.
Toestand
Vlaamse waterlichamen zijn de grotere watersystemen, ze hebben een afstroomgebied groter dan 50km². In 2022 voldeed:
- 51% van de Vlaamse waterlichamen aan de norm voor opgeloste zuurstof.
- 44% aan de norm voor chemisch zuurstofverbruik (CZV).
Huishoudens hebben het grootste aandeel in de netto-emissies van zuurstofbindende stoffen naar oppervlaktewater. De netto-emissies van BZV en CZV door de landbouw zijn echter niet gekend.
Evolutie
De zuurstofhuishouding van de Vlaamse oppervlaktewaterlichamen is verbeterd in vergelijking met 2007.
- De gemiddelde zuurstofconcentratie nam toe van 7,5 mg/l in 2007 tot 8,1 mg/l in 2022. Ook de CZV-concentraties verbeterden.
- In 2007 voldeed 38% van de Vlaamse waterlichamen aan de norm voor opgeloste zuurstof, in 2022 was dat 51%. Voor CZV was er een toename van 18 naar 44%.
De verdere uitbouw van de openbare waterzuivering en de inspanningen van de bedrijven hebben bijgedragen aan die gunstige evoluties.
Verder vertoont 11% van de Vlaamse waterlichamen een statistisch significante verbetering van de zuurstofconcentraties in de periode 2013-2022, terwijl 16% significant achteruit ging. Voor CZV vertoont 27% een gunstige trend en 1% een ongunstige trend. De verbetering van de zuurstofhuishouding vond dan ook vooral tussen 2007 en 2013 plaats.
Naast de minder snelle uitbouw van de openbare waterzuivering gedurende de laatste jaren hebben de extreme weersomstandigheden van de laatste jaren een belangrijke invloed gehad:
- De opeenvolging van extreme droogteperiodes tussen 2018-2020 en in 2022 zorgde voor een lagere verdunning van de vuilvrachten in de waterlopen en dus ook voor lagere zuurstofconcentraties. Warmer water kan ook minder zuurstof bevatten.
- In 2021 viel dan weer bijzonder veel neerslag wat de zuivering van het huishoudelijk afvalwater bemoeilijkt. Een groter deel van de vuilvracht komt dan immers via overstorten rechtstreeks in het oppervlaktewater terecht en de vuilvracht die toekomt op de RWZI’s is dan meer verdund.
- De “waterbom” van midden juli 2021 heeft vooral in het Demerbekken tijdelijk en lokaal gezorgd voor uitzonderlijk lage zuurstofconcentraties door een combinatie van het overstorten van ongezuiverd rioolwater en de afbraak van afgestorven organisch materiaal in de overstroomde gebieden en wachtbekkens.
De evoluties voor CZV zijn de laatste jaren gunstiger dan die voor opgeloste zuurstof. Dat illustreert dat de CZV-concentraties een directer verband hebben met de (dalende) lozingen van zuurstofbindende stoffen dan de zuurstofconcentraties, die ook sterk afhankelijk zijn van de weersomstandigheden en de biologische activiteit in de waterlopen.
Hoe pakken we dit aan?
De stroomgebiedbeheerplannen bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van het oppervlaktewater en het grondwater te verbeteren. Alle maatregelen en acties om de toestand van de watersystemen te verbeteren of de overstromingsrisico's beter te beheren, zijn samengebracht in het maatregelenprogramma. Vooral van belang voor deze indicator is Groep 7B - Verontreiniging oppervlaktewater en meer bepaald de verdere uitbouw en verbetering van de openbare waterzuivering.