Impact droogte op waterlopen
Dalende waterkwaliteit
Het peil van een waterloop wordt door verschillende factoren beïnvloed, zoals de aanvoer van de hoger gelegen gebieden en de neerslaghoeveelheid. In droge periodes nemen die allebei af waardoor het peil en het debiet dalen. Als het in de droge periode ook nog eens warm is, dan verdampt er bovendien een deel van het water in de waterloop.
Als peil en debiet dalen, dan neemt de waterkwaliteit in de waterloop af: de soms vervuilde waterbodem wordt meer omgewoeld, er ontstaat een grotere concentratie nutriënten,… Warm, stilstaand en nutriëntenrijk water is vatbaar voor de groei van algen en cyanobacteriën. Dat kan een daling van het zuurstofgehalte tot gevolg hebben, en dat leidt tot problemen voor plant en dier.
Vissterfte
Door lage waterpeilen en hoge watertemperaturen verslechtert de waterkwaliteit van een waterloop. Zo kan er te weinig zuurstof in het water zitten, waardoor vissen in de problemen komen. In droge, warme periodes neemt het aantal vissterftes toe.
Blauwalgen
Als er minder stroming op de waterloop zit, kan die stil komen te staan. Dan bestaat de kans bij warm weer dat er cyanobacteriën of blauwalgen beginnen te bloeien. Ze vormen een blauwgroene, soms roodbruine, olieachtige laag op het water en houden gezondheidsrisico's in voor mens en dier. Via de mond, via de huid en bij inademing kunnen er gezondheidsklachten ontstaan zoals diarree en braken, irritatie van de ogen, oren en huid en hoofdpijn, luchtwegklachten, allergische reacties en astma.
Zijn er blauwalgen of cyanobacteriën vastgesteld, dan vermijd je het best elk contact met het water. Het water uit die waterloop is dan ook niet meer geschikt als drinkwater voor vee. Meestal wordt daarom een oppompverbod uitgevaardigd.
Denk je zelf blauwalgen op te merken?
- In een waterloop: contacteer je gemeente
- Bij een zwem- of recreatievijver: contacteer de waterbeheerder (in de meeste gevallen de gemeente)
Lees meer over wat je moet doen bij blauwalgen
Verzilting
In onze polders zit er van nature zout water in de bodem. Waterlopen in de polders zorgen voor afvoer van hemelwater maar draineren ook grondwater. Tijdens droge zomermaanden kan dit leiden tot een verzilting van de waterloop. Er is geen zoet water beschikbaar om het zoute kwelwater uit te spoelen, en waterpeilen staan te laag om de kweldruk tegen te houden. Hierdoor kunnen zoutconcentraties in de waterloop sterk stijgen, en kan het water niet meer gebruikt worden voor beregening of als drinkwater voor vee.
In de wintermaanden daarna zorgt neerslag terug voor een herstel van het waterpeil en verzoeting van de waterloop. Waterlopen gevoelig voor zoute kwel vertonen hierdoor een cyclus met een uitgesproken zilt karakter tijdens de zomer en zoet karakter tijdens de winter. Tijdens droge periodes wordt dit fenomeen versterkt, waarbij hoge zoutgehaltes kunnen voorkomen. Zowel voor mens, dier als natuur kan dit voor problemen zorgen.