Infiltratie
Principe
We maken een onderscheid tussen 2 gevallen:
- Je zorgt ervoor dat de, al dan niet verharde, bodem het regenwater op een of andere manier doorlaat. Dat is de meest natuurlijke manier en is steeds te verkiezen. Om het grondwater aan te vullen is het vermijden van verharding of een waterdoorlatende verharding nog steeds de beste optie.
- Je kan toch niet anders dan de bodem waterondoorlatend te bedekken (bv. asfalt, beton of dakconstructie). Het regenwater loopt af en wordt weggevoerd naar een ondergrondse infiltratievoorziening, waar het tijd en ruimte krijgt om te bezinken. Let wel, voor dakconstructies krijgt de regenwaterput wel voorrang op de infiltratie.
De keuze voor een bepaalde infiltratievoorziening is vooral locatiegebonden. De beschikbare ruimte en de infiltratiegevoeligheid van de bodem spelen een cruciale rol. Als een bodem infiltratiegevoelig is, wil dit zeggen dat water snel infiltreert in de bodem. Door de band kan je stellen: hoe infiltratiegevoeliger de bodem, hoe eenvoudiger je infiltratie kan realiseren. Toch is er ook voor zwaardere bodems vaak een oplossing te bedenken.
Infiltratiegevoeligheid van de bodem kan je op verschillende manieren inschatten.
- Kaart bodemtypes
- Kaart infiltratiegevoelige gebieden
- Databank ondergrond Vlaanderen
- Proeven
Je kan infiltratie realiseren op verschillende manieren, zowel ondergronds als bovengronds.
Bovengronds via onverharde oppervlakken.
Lagergelegen delen van de tuin die geen zware gewichten moeten verdragen en die een aanvaardbare infiltratiecapaciteit hebben, kunnen perfect dienst doen als infiltratiekom. Het water verzamelt zich bij regen in het lager gelegen deel en zakt vrij snel weg naar de grondwatertafel. Schrik voor natte voeten is vaak onterecht tenzij je tijdens de regenbui in de infiltratiekom gaat staan. Eens de bui is gepasseerd, is ook het water in dat deel van je tuin spoedig weg.
Is de bodem toch iets minder infiltratiegevoelig, dan kun je kiezen voor een wadi. Dit is een combinatie van een bovengrondse infiltratiekom met een ondergrondse infiltratievoorziening (zie verder). Deze combinatie zal er voor zorgen dat ook in zwaardere bodems toch een infiltratiekom kan voorzien worden. Bovengronds ziet het er even natuurlijk uit.
Wadi en infiltratiekom | |
---|---|
Toepassing |
|
Voordelen |
|
Nadelen |
|
Wadi | |
Bijkomend voordeel |
|
Bijkomend nadeel |
|
Infiltratiekom | |
Bijkomende voordelen |
|
Bijkomend nadeel |
|
Bovengronds via (half)verharde oppervlakken
Je wilt toch op een of andere manier een verharding aanbrengen voor een oprit, parking, of wandelpad? Kies dan voor een waterdoorlatende verharding. Dit type verharding combineert de robuustheid om gewicht te dragen met de infiltratiecapaciteit van een gazon.
Naargelang de verwachte belasting van het oppervlak, kun je bijvoorbeeld kiezen voor grastegels in kunststof of beton, dolomietverharding, of een pad van houtsnippers. Voor het zwaardere werk zijn er ook waterdoorlatende betonstraatstenen. Verbrede voegen of infiltratieopeningen kunnen ook voor de nodige infiltratie zorgen.
Dolomietverharding | ||
---|---|---|
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
|
Mulchbedekking / houtspaanders | ||
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
|
Grasbetontegels | ||
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
|
Kunststofgrastegels | ||
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
|
Waterdoorlatende betonstraatstenen | ||
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
Ondergrondse voorzieningen
Alle regenwater dat valt op niet waterdoorlatende oppervlakken kan tenslotte ondergronds geïnfiltreerd worden in een daarvoor ontworpen voorziening. Deze voorziening combineert een tijdelijke buffering met infiltratie. Het regenwater heeft zo de tijd om naar de grondwatertafel te zinken.
Voorbeelden zijn infiltratieput, infiltratiekolk, infiltratiebuis, infiltratieblokken.
Infiltratieput | ||
---|---|---|
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
|
Infiltratiekolk | ||
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
|
Infiltratiebuis | ||
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
|
Infiltratieblokken | ||
Toepassing |
|
|
Voordelen |
|
|
Nadelen |
|
Bekijk ook de Infiltratiewaaier voor meer informatie.
Dimensionering van de infiltratie voorziening
Je hebt besloten een ondergrondse infiltratievoorziening aan te leggen op je perceel. Maar hoe groot moet die dan zijn? M.a.w. hoeveel bufferend volume moet worden voorzien. Het spreekt voor zich dat hoe minder infiltratiegevoelig de bodem is, hoe groter het volume van de voorziening zal zijn, omdat het water meer tijd nodig heeft om te bezinken. Je kan je voor deze inschatting altijd laten bijstaan door een professional.
Uiteraard moet je steeds voldoen aan de minimale voorwaarden qua berging die de gewestelijke of provinciale verordeningen over regenwater oplegt.
De belangrijkste parameters bij de dimensionering van infiltratievoorzieningen zijn de terugkeerperiode voor de overloop en het ledigingsdebiet.
De terugkeerperiode voor de overloop: met welke frequentie loopt de infiltratievoorziening vol en treedt de overloop in werking. Meestal wordt een terugkeerperiode vooropgesteld. Bv. bij een gebruikelijke terugkeerperiode van 1 jaar zal eens in het jaar de infiltratie moeten overstorten via de overloop. Wens je dat niet dan moet je een hogere veiligheid inbouwen en een langere terugkeerperiode vooropstellen.
Ledigingsdebiet: het debiet waarmee de infiltratievoorziening leeg loopt. Je kunt dat berekenen uit de infiltratiecapaciteit, de afvoerende verharde oppervlakte en de infiltratieoppervlakte (best exclusief de bodem die dichtslibt):
Infiltratiecapaciteit (van de bodem): hoeveel regenwater kan er per uur in de bodem infiltreren. Zandgrond heeft een hogere infiltratiecapaciteit dan leemgrond.
Infiltratieoppervlakte: de som van alle oppervlakken van de ondergrondse voorziening. M.a.w. de nuttige oppervlakte van de ondergrondse voorziening waarlangs het regenwater in de bodem kan infiltreren. De oppervlakte van de bodem van de infiltratievoorziening wordt hier best niet bijgerekend omdat deze op termijn kan dichtslibben. Maar geen nood, de zijkanten zorgen nog steeds voor voldoende infiltratie.
Afvoerende verharde oppervlakte: de som van de bovengrondse verharde oppervlakken die aangesloten zijn op de ondergrondse voorziening.
Belangrijk is rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. Het volume van de ondergrondse infiltratievoorziening dat zich onder de grondwatertafel bevindt, is in principe niet effectief. Tevens moet je de overloop zo hoog mogelijk plaatsen. Dat zorgt ervoor dat pas op het laatste moment de overloop in werking treedt. De overloop leidt liefst naar een gracht of een regenwaterriool. Enkel als het technisch niet anders kan, mag het regenwater worden afgevoerd naar de gemengde openbare riolering.