Waarom vissen migreren
Verschillende migratiebewegingen
De meest opvallende migratie dient voor de voortplanting. Andere mogelijke redenen voor migratie zijn: bescherming zoeken tegen (roof)dieren, vluchten voor verontreiniging, de verplaatsing van het winter- naar het zomerverblijf en omgekeerd, veranderende eisen aan de biotoop tijdens de opeenvolgende levensstadia, het uitwisselen van genetisch materiaal tussen populaties en het uitbreiden van populaties.
We kunnen de migratiebewegingen bij vissen indelen in 5 groepen:
- voortplantingsmigraties waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen het migreren naar paaiplaatsen en de erop volgende migratie terug naar leef- of opgroeigebieden;
- migraties die larven en juvenielen – de zogenaamde jaarlingen of 0+-visjes – ondernemen naar verschillende opgroeigebieden (kraamkamers);
- migraties naar foerageergebieden (voedselrijke of bevoorradingsgebieden);
- migraties om schuilplaatsen (overwinteringsplaatsen) te zoeken;
- migraties na incidentele verplaatsingen.
Schema: Migratiepatronen (Johan Coeck, 2002).
Potadrome of diadrome vissoorten
Vissen in rivieren behoren naargelang hun migratiegedrag tot de potadrome of de diadrome vissoorten. Potadrome vissen voeren (jaarlijks) kleine of grotere migraties uit binnen hun riviersysteem. Voorbeelden zijn onder andere de beekforel, de vlagzalm, de barbeel, de sneep, de kopvoorn en de serpeling. Diadrome vissen migreren tussen het mariene milieu en het zoetwater. Bekende voorbeelden zijn paling, bot en zalm.