Onderzoek
Knelpunten
Voor sommige knelpunten is uitvoerig onderzocht in welke mate ze een hindernis vormen voor vismigratie. Zo is er nu meer duidelijkheid over de passeerbaarheid van sifons en duikers, het barrière-effect van stuwsluizen, de schadelijkheid van pompgemalen.
Visdoorgangen
Wanneer visdoorgangen worden aangelegd, is het nuttig te controleren of ze goed werken en, indien nodig, aanpassingen te doen. Zo’n controle levert extra informatie op voor nieuwe projecten.
Het vinden van de ingang tot de benedenstroomse toegang is voor vissen cruciaal. Wanneer te veel vissen te lang moeten zoeken naar de toegang of wanneer een te klein deel van de populatie de toegang ‘vindt’, verlaagt de efficiëntie van de visdoorgang. Belangrijk zijn onder meer: de situering van de toegang ten opzichte van de hoofdstroom in de rivier, de stromingspatronen ter hoogte van de toegang en de lokstroom uit de visdoorgang. In de meeste gevallen is dit sterk plaatsgebonden.
De stromingscondities in de visdoorgang zelf mogen vissen niet belemmeren om erdoor te zwemmen. Bij het aanleggen van visnevengeulen rond migratieknelpunten is de inrichting van de geul van groot belang. Bij een optimale inrichting kan de nevengeul ook geschikt gemaakt worden als paai- en opgroeihabitat voor stroomminnende vissoorten. Door verstuwing en rechttrekkingen zijn deze habitats sterk in aantal verminderd.
Databank Vismigratieknelpunten
In de informatiefiches in de databank kan je voor de onderzochte knelpunten de onderzoeksresultaten raadplegen. Ook de resultaten van de onderzochte visdoorgangen zijn opgenomen in de databank.