Herstelmaatregelen
Ruime gebiedsvisie als vertrekpunt
Bij het zoeken naar oplossingen voor vismigratie is het belangrijk te vertrekken van een ruime gebiedsvisie. Niet alleen voor de vissen is het belangrijk de meest natuurlijke oplossing te kiezen. Ontsnippering van onze waterlopen en herstel van geschikte leefgebieden kunnen niet van elkaar worden losgekoppeld.
Herstel natuurlijke situatie
De natuurlijke dynamiek (en structuurdiversiteit) herstellen door knelpunten te verwijderen en de waterloop herin te richten met een natuurlijk verhang: deze methode geniet de voorkeur voor het herstel van vismigratie. Hierbij wordt niet alleen de migratie in lengte- en breedterichting hersteld, maar ook de leefomgeving. Dit betekent een kwaliteitsverbetering én een vergroting van de (deel)leefgebieden.
Op de Mark in Geraardsbergen zijn 10 meanders hersteld. De stuw die noodzakelijk was om een voldoende waterpeil in de Mark te behouden in de rechtgetrokken waterloop, kon hierdoor verwijderd worden. Er is nu terug een natuurlijk stromingskarakter van de waterloop ontstaan met sneller en trager stromende zones. Voor typische beekvissen zoals serpeling, kopvoorn en beekprik zorgt dit voor herstelkansen.
Figuur: Principeschets hermeandering (Handboek Vismigratie, 2005).
Visdoorgangen of vispassages
Is het volledige herstel van de waterloop niet mogelijk, dan is de aanleg van visdoorgangen of vispassages de enige optie. Visdoorgangen zijn er in veel soorten en maten. Bij het ontwerp wordt rekening gehouden met landschappelijke, technische, hydraulische en tal van andere aspecten. Voor een goede werking van een visdoorgang zijn veel biologische randvoorwaarden van belang zoals lokstroom, voldoende waterpeil,…
Figuur: Principeschets van een visdoorgang in de vorm van een nevengeul (Handboek Vismigratie, 2005)
Visdoorgangen zijn een relatief jong fenomeen. In het verleden werden vaak visdoorgangen ontworpen met onvoldoende achtergrondkennis over het gedrag en het zwemvermogen van vissen. Enkele van de oudste visdoorgangen bleken niet voor alle aanwezige vissoorten passeerbaar te zijn. Deze nood aan achtergrondinformatie over vismigratie, en aan kennis van de biologische eisen en randvoorwaarden heeft geleid tot de samenstelling van het handboek Vismigratie.
De meeste visdoorgangen in Vlaanderen zijn V-vormige bekkentrappen. Dit type visdoorgang is technisch, maar wel geschikt voor laaglandbeken als bij het ontwerp en de uitvoering voldoende rekening wordt gehouden met de biologische eisen van vissen.
Semi-natuurlijke oplossingen
Bij natuurlijk afstromende wateren kiest men best voor semi-natuurlijke oplossingen, zoals een nevengeul rondom een kunstwerk. Nevengeulen hebben het voordeel dat ze kunnen worden ingepast in het landschap en dat er naast een visdoorgang ook interessante leefgebieden kunnen ontstaan. De nevengeul wordt best zo natuurlijk mogelijk ingericht met diverse stroomsnelheden, oevervegetatie, enz.
Voorbeelden van een nevengeul vindt u op de Kleine Gete in Eliksem, op de Velpe in Glabbeek, op de Laan in Overijse en op de Zwalm in Zwalm.
Technische visdoorgang (vistrap)
Aan migratieknelpunten waar weinig ruimte beschikbaar is, bijvoorbeeld in stedelijk gebied, is het aanleggen van een technische visdoorgang (vistrap) dikwijls de enige optie. Een vistrap bouwt het verval op een kortere afstand af door die op te delen in een aantal trappen. Voorbeelden hiervan zijn vertical-slot vispassages of V-vormige bekkentrappen. Bij stroomopwaartse migratie neemt de vis als het ware de trap om naar bovenstrooms pand te zwemmen.
V-vormige bekkentrappen zijn al op diverse plaatsen in Vlaanderen aangelegd: op de Dijle in Rotselaar, op de Velpe in Hoeleden, op de Abeek in Bocholt, op de Mark in Hoogstraten, op de Kleine Nete in Herentals en op de Grote Nete in Meerhout. Een vertical-slot vispassage is op de Poekebeek in Nevele gerealiseerd.
Figuur: Principeschets van een V-vormige bekkentrap (handboek Vismigratie, 2005).
Dewit-vispassage
In vlakke gebieden waar weinig water ter beschikking is, kan een Dewit-vispassage een oplossing bieden voor vismigratie.
Aan de Stenensluisvaart in Diksmuide is zo’n visdoorgang gerealiseerd.
Hevelvispassages
In gebieden die worden ontwaterd via een pompgemaal (bijvoorbeeld polders) kunnen hevelvispassages worden aangelegd. Ook een aangepast beheer van sluizen en stuwen, waarbij meer rekening wordt gehouden met migratieperiodes, zou de vismigratie kunnen bevorderen.
Databank vismigratieknelpunten
Wil je alle projectvoorbeelden van gerealiseerde visdoorgangen in Vlaanderen raadplegen?