Luchtkwaliteit in de Antwerpse agglomeratie – jaarrapport 2018
Uitgave 22-10-2019
– Dit rapport beschrijft de resultaten van de metingen in 2018 in de Antwerpse agglomeratie. De VMM mat er de polluenten stikstofoxides, fijn stof en zwarte koolstof. De meetresultaten van deze polluenten werden getoetst aan de Europese regelgeving. We toetsten de resultaten ook aan de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Verder bespreekt het rapport de trend van de afgelopen jaren voor de gemeten polluenten en de trend in de uitstoot en worden de voornaamste bronnen van de polluenten besproken. Het belang van houtverbranding en het effect van het invoeren van de lage-emissiezone op de concentraties in de Antwerpse agglomeratie werd eveneens onderzocht.
NO2:
- De Europese jaargrenswaarde (en dus ook de WGO-jaaradvieswaarde) werd in 2018 -voor het eerst- op geen enkele automatische meetplaats overschreden. Echter op 7 van de 19 meetplaatsen met passieve samplers werd een indicatief jaargemiddelde boven 40 µg/m³ genoteerd. Vooral in street canyons en op verkeersintensieve locaties worden hoge NO2-concentraties gemeten/gemodelleerd.
- De Europese uurgrenswaarde en de WGO-advieswaarde voor de uurgemiddelden werd gerespecteerd op alle meetplaatsen.
PM10 en PM2,5:
- De Europese grenswaarden voor PM10 en PM2,5 werden gerespecteerd op alle meetplaatsen in de Antwerpse agglomeratie. Wel werden alle WGO-advieswaarden overschreden op alle meetplaatsen.
Zwarte koolstof:
- De hoogste concentraties werden gemeten aan de Antwerpse Ring (R804) en op de verkeersgerichte meetplaatsen Borgerhout-straatkant (R802) en Belgiëlei (R805) en de laagste concentraties op de meetplaats Antwerpen-Linkeroever (AL01). De trend is overal dalend, ook in de rest van Vlaanderen.
Houtverbranding:
- De relatieve bijdrage van houtverbranding aan PM10 varieerde in 2018 tussen 6 en 8%. Er is dus weinig variatie in het aandeel van houtverbranding aan PM10 tussen de meetplaatsen.
- Tijdens de wintermaanden is de (relatieve) bijdrage hoger dan tijdens de zomermaanden.
Effect invoering LEZ:
- Het is moeilijk om een algemene uitspraak te doen over het lokaal netto-effect van de LEZ op de concentraties NO2 en zwarte koolstof. Er zijn geen eenduidige aanwijzingen dat de LEZ een extra lokale daling van de NO2-concentraties heeft teweeggebracht. De waargenomen NO2-dalingen in de LEZ liggen binnen de range die we elders in Vlaanderen waarnemen. Wanneer we dalingen van de concentraties zwarte koolstof in 2018 ten opzichte van 2017 vergelijken met deze van de overige meetplaatsen in Vlaanderen zien we geen duidelijke aanwijzingen dat de concentraties overal binnen de LEZ sneller gedaald zijn dan op de andere meetplaatsen in Vlaanderen. Bekijken we de daling in 2018 ten opzichte van 2016, dan zien we dat de concentraties op de meetplaats R802 en ook wel op de meetplaats R801, beide gelegen aan de verkeersrijke Plantin en Moretuslei, meer dalen dan elders. Op andere meetplaatsen in de LEZ zien we dat effect niet.