Evaluatie van de tariefstructuur van de integrale waterfactuur
Uitgave 06-05-2019
– Vanaf 1 januari 2016 is de tariefstructuur van de integrale waterfactuur in Vlaanderen flink gewijzigd, en met name meer geüniformiseerd. Na de invoering van de nieuwe tariefstructuur van de integrale waterfactuur zijn diverse evaluerende deelstudies uitgevoerd gericht op de evaluatie van een (of twee) beoogde effecten van het gewijzigde beleid. De resultaten kan je vinden in de deelstudies zelf (zie lijst), of samengevat in onderstaand rapport.
Belangrijkste conclusies
- De huidige prijzen voor drinkwater zijn billijk in vergelijking met andere landen.
- De wijziging in de tariefstructuur draagt positief bij aan de billijkheid van de kostentoerekening. Een verhoging van de opbrengsten uit het vastrecht door afschaffing van de korting per gedomicilieerde - de zogenoemde gezinskorting - zou leiden tot een verbetering van de kostenterugwinning van met name de (grotere) huishoudens met een laag waterverbruik.
- De overgrote meerderheid van de ondervraagde huishoudelijke gebruikers is het er (helemaal) mee eens dat de watermaatschappijen een uniforme tariefstructuur hanteren. De tevredenheid van de huishoudens over de prijs en de billijkheid van de tariefstructuur lijkt iets afgenomen te zijn, dit terwijl de onbekendheid met de tariefstructuur en de prijs van water erg groot is. Er bestaat een scherpe tweedeling over de billijkheid van de zogenoemde gezinskorting.
- De betaalbaarheidsrisico’s zijn na de wijziging van de tariefstructuur iets afgenomen. Zowel voor als na 2016 zijn huurders, niet-werkende volwassenen en éénpersoonshuishoudens risicogroepen wat betreft de betaalbaarheid van de waterfactuur.
- De sociale correctie is na de gewijzigde tariefstructuur nog effectiever geworden om betaalbaarheidsproblemen te voorkomen. Echter slechts één op de vijf huishoudens in het laagste inkomensdeciel ontvangt de sociale correctie, en (iets meer dan) 60% van diegenen die een sociale correctie ontvangen, zou ook zonder sociale correctie niet in betaalbaarheidsproblemen komen.
- Er is geen reden om aan te nemen dat de inkomenszekerheid van de watermaatschappijen verminderd is na de invoering van de nieuwe tariefstructuur, waardoor aangenomen kan worden dat ook de leverzekerheid ten gevolge van de nieuwe tariefstructuur niet afgenomen is.
- Omdat de prijselasticiteit van drinkwater zeer gering is, zal de wijziging van de tariefstructuur naar verwachting niet tot duurzamer waterverbruik leiden. Duurzaam waterverbruik zal op een andere manier gestimuleerd moeten worden.