Geen verdere verbetering Vlaamse luchtkwaliteit, stoffen gelinkt aan houtverbranding nemen toe
Op basis van de metingen van de VMM blijkt dat het overgrote deel van de gemeten vervuilende stoffen in 2022 stagneert of licht stijgt ten opzichte van 2021:
- Fijn stof stijgt licht op de meeste meetplaatsen.
- Stikstofdioxide stagneert. De meetplaats in Houthalen-Helchteren overschrijdt wel nipt de Europese grenswaarde met 41 µg/m³.
- PAK’s nemen het sterkst toe. Benzo(a)pyreen, de belangrijkste PAK, nam gemiddeld over alle stations van het meetnet met meer dan 40% toe. Deze stof ontstaat typisch bij onvolledige verbranding en wordt sterk gelinkt aan houtverbranding. Ook bij de organische massa in PM2,5 fijn stof, ook gelinkt aan houtverbranding, zagen we de hoogste meetwaarden in jaren. Dit wijst op meer luchtvervuiling door houtverbranding dat wellicht toenam als gevolg van de energiecrisis.
- Tijdens de warme en zonnige zomer van 2022 werd de informatiedrempel voor ozon op zes dagen overschreden. Dit in tegenstelling tot de natte en milde zomer in 2021 toen de informatiedrempel geen enkele keer werd overschreden. Het ozonjaargemiddelde neemt verder toe in 2022 na de dip in 2021.
De VMM voert daarnaast ook bijkomende gebiedsgerichte metingen uit, onder andere:
- Vluchtige organische stoffen, zware metalen, dioxines en PCB’s nabij industrie.
- PFAS in zwevend stof en in depositie nabij het bedrijf 3M en de Oosterweelwerken (sinds 2021). Op alle meetplaatsen liggen de PFAS-gemiddelden in 2022 onder de tijdelijke gezondheidskundige toetsingswaarde. Dichtbij 3M en de werfzone zijn de concentraties verhoogd.
Belangrijke impact van luchtvervuiling op onze gezondheid
Fijn stof, stikstofdioxide en ozon zijn de drie stoffen met de grootste gezondheidsimpact in Vlaanderen en leiden tot vroegtijdige sterfte.
Volgens modelberekeningen worden alle Vlamingen blootgesteld aan te veel fijn stof (PM2,5) en ozon en bijna alle Vlamingen aan te veel stikstofdioxide.
Ook landbouw en natuur lijden onder luchtvervuiling
Door het teveel aan ozon brengen landbouwgewassen minder op en groeien bossen minder snel. Verzuring en vermesting schaden de natuurlijke vegetatie. In 2022 ondervonden alle loofbossen en bijna alle akkergronden (99.8%) een te hoge ozondosis.
De stikstofdepositie was te hoog op 80% van de natuuroppervlakte. Daarmee ligt het vooropgestelde doel uit het Luchtbeleidsplan nog niet binnen bereik. Vooral veeteelt (ammoniakuitstoot) en wegverkeer (uitstoot stikstofdioxides) stoten stikstof uit.
Om de biodiversiteit in stand te houden en de vegetatie te beschermen moet de luchtkwaliteit verbeteren en de stikstofdepositie verminderen. De maatregelen in het Luchtbeleidsplan (vooral in de landbouwsector, in mindere mate verkeer en industrie) en het bijkomend maatregelenpakket dat de Vlaamse overheid ontwikkelde voor de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS), zijn nodig om de doelen te realiseren.
Toetsing luchtkwaliteit 2022 aan normen EU en WGO
Op veel plaatsen in Vlaanderen halen we de normen van de Europese regelgeving (die naast gezondheidseffecten ook rekening houdt met economische en technische haalbaarheid).
Enkele stoffen zijn nog niet volledig in orde met de EU-normen:
- Voor fijn stof (PM10) werd de daggrenswaarde op 1 meetplaats in de Gentse kanaalzone overschreden, waarschijnlijk door wegenwerken. Doordat in die regio veel bedrijven zitten met stofproducerende activiteiten, is dit een regio met een hoge achtergrondconcentratie van fijn stof. De hoogste concentraties meten we tijdens de wegenwerken in de buurt van de meetplaats. We verwachten dat de daggrenswaarde voor PM10 in 2023 niet opnieuw overschreden wordt.
- Stikstofdioxide overschrijdt de jaargrenswaarde op één meetplaats bij een drukke gewestweg.
- Voor ozon worden overal de langetermijndoelstellingen overschreden.
- Ammoniak overschrijdt het kritieke niveau voor de vegetatie op het merendeel van de meetplaatsen.
- Voor arseen noteren we op twee van de drie meetplaatsen in de omgeving van Hoboken concentraties boven de Europese streefwaarde.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) baseert zijn advieswaarden alleen op gezondheidseffecten en is hierdoor meestal strenger dan de Europese regelgeving.
Voor fijn stof, stikstofdioxide en ozon overschrijden we de WGO-advieswaarden op alle meetplaatsen. In het Vlaams Luchtbeleidsplan is het voldoen aan de WGO-advieswaarden opgenomen als langetermijndoelstelling (2050).
Voorstel herziening richtlijnen Luchtkwaliteit
De Europese Commissie lanceerde in oktober 2022 een voorstel voor herziening van de richtlijnen Luchtkwaliteit: de meeste grenswaarden worden verstrengd en de meeste streefwaarden worden verstrengd naar grenswaarden. De lidstaten zijn dit voorstel nog aan het bespreken, dus de wetgeving is nog niet van kracht.
Daarom toetst de VMM de data van 2022 aan de huidige EU-regelgeving en de huidige WGO-advieswaarden en nog niet aan de waarden van dit voorstel.
Hoe pakken we de luchtvervuiling aan?
De eerste belangrijke stap om de gezondheidsdoelstellingen op lange termijn te behalen is de uitvoering van de maatregelen uit het Vlaams Luchtbeleidsplan. De Vlaamse Overheid wil met dit plan op middellange termijn (2030) de gezondheidsimpact halveren en op lange termijn (2050) de WGO-advieswaarden respecteren. Het tweede voortgangsrapport toont de voortgang van de indicatoren en maatregelen. De nieuwe WGO-advieswaarden werden in rekening gebracht.
Naast het Luchtbeleidsplan zijn er ook bijkomende actieplannen voor bepaalde stoffen met een grote impact. De Vlaamse overheid ontwikkelt onder meer een maatregelenpakket voor de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) en keurde een langetermijnvisie en actieplan (‘Op weg naar een veilig Vlaanderen voor zeer zorgwekkende stoffen’) goed om vervuilende stoffen in onze omgeving te weren en te saneren. De VMM is hierin samen met haar partners actief betrokken.
Zit de uitvoering van het Vlaams luchtbeleidsplan op schema? >>