5e Chemkar studie bevestigt belang van niet-uitlaatemissies door verkeer
Ditmaal werd het fijn stof onderzocht in Mechelen, Leuven, Kortrijk, Hasselt en Aalst tussen juni 2013 en juli 2014. In elke stad waren er twee meetplaatsen: een drukke street canyon en een achtergrondlocatie in een parkomgeving.
Het onderzoek toont aan dat de concentraties in de street canyons gemiddeld 7 µg/m3 of 38% hoger zijn dan op de stedelijke achtergrondlocaties. De lokale verhoging komt voor het grootste deel van twee verkeersbijdrages die beide ongeveer even belangrijk zijn:
- de bijdrage via de uitlaat, met daarin elementaire koolstof (roet) en organische deeltjes;
- de bijdrage van mineraal stof door het heropwaaien van bodemstof en slijtage van voertuigen (banden, remmen, koetswerk) en wegdek.
De hoge bijdrage van mineraal stof is opmerkelijk en hoogstwaarschijnlijk wordt ze momenteel nog onderschat bij tal van berekeningen in verband met fijn stof.
Hoewel mineraal stof en organische massa in gewicht het meest bijdragen, is elementaire koolstof (roet) relatief het meest verhoogd. De roetconcentraties in street canyons zijn meer dan drie keer zo hoog als op de stedelijke achtergrondlocaties. Dit komt omdat er voor elementaire koolstof weinig andere bronnen zijn dan verkeer.
Over het algemeen waren de concentraties wel lager dan in vorige studies maar dit verklaren de onderzoekers door het gunstige weer met onder meer een zeer zachte winter in 2014.
Bij een vorige studie in vier andere steden kwam de VMM tot vergelijkbare conclusies. Deze nieuwe studie bevestigt het belang van de niet-uitlaatemissies in de lokale fijnstofproblematiek.