Luchtkwaliteit verbetert, minder vervuilende stoffen in de lucht
Samen met de lokale overheden zal de VMM, dankzij nieuwe bevoegdheden, in de toekomst nog beter aan oplossingen kunnen werken om deze effecten te verminderen.
Vlaamse uitstoot neemt af
Voor heel wat stoffen zien we een dalende trend.
- De uitstoot van fijn stof daalde in 2018 met een derde ten opzichte van 2000.
- De uitstoot van stikstofoxiden halveerde bijna.
- De uitstoot van zwaveldioxide bedroeg in 2018 nog een kwart van die in 2000.
Vlaanderen haalt alle Europese emissiedoelstellingen.
Industrie en energiesector vervuilen steeds minder
Het plaatsen van filters en het gebruik van fossiele brandstoffen met een lager zwavelgehalte zorgen voor een lagere uitstoot: we zien een duidelijke daling van de emissies van zwaveldioxide, vluchtige organische stoffen en elementair koolstof. Fijn stof daalde minder sterk, net als stikstofoxiden, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en dioxines.
Momenteel is de industrie de belangrijkste bron van:
- koolstofmonoxide
- zwaveldioxide
- de meeste zware metalen
Aandeel uitstoot door huishoudens neemt toe
Momenteel zijn de huishoudens de belangrijkste bron van:
- primair fijn stof
- dioxines
- polycyclische aromatische koolwaterstoffen
Wegverkeer en gebouwenverwarming zijn belangrijke bronnen:
- Het verkeer stoot nu de helft minder fijn stof uit dan in 2000 maar het toenemend aantal auto’s en gereden kilometers heft het voordeel van die milieuvriendelijker auto’s gedeeltelijk op.
- We stoken hout waardoor er fijn stof en kankerverwekkende stoffen in de lucht terecht komen. Positief is wel dat het verbruik van fossiele brandstoffen zoals stookolie en steenkool daalt waardoor de emissies afnemen.
Land- en tuinbouw nog steeds belangrijke bron
Vooral ammoniak uit de veeteelt zorgt voor verzuring en vermesting en de vorming van fijn stof. De uitstoot van ammoniak door de land- en tuinbouw daalde tussen 2000 en 2007 en bleef daarna stabiel. Omdat de uitstoot van de andere sectoren wel verder afnam, stijgt het aandeel van de landbouw in de stikstofproblematiek.
Luchtkwaliteit verbetert…
De luchtkwaliteit in 2019 was beter dan een tiental jaar geleden. We zien een duidelijke daling van fijn stof, zwaveldioxide en zware metalen. Ook voor stikstofdioxide zien we een daling maar toch haalt Vlaanderen nog altijd de Europese jaargrenswaarde niet. Ook zijn er overschrijdingen van de Europese doelstellingen voor ozon, arseen en cadmium.
… maar de lucht is nog niet gezond
Voor de drie stoffen die de gezondheid het meest schaden, namelijk fijn stof, stikstofdioxide (NO2) en ozon, overschrijdt Vlaanderen nog steeds de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Voor ozon woont niemand in een regio met voldoende lage concentraties, ook voor fijn stof zijn er teveel dagen met ongezonde fijnstofwaarden. Modellen tonen aan dat niet enkel steden, maar ook kleine gemeentes kampen met lokaal verhoogde concentraties van NO2 door verkeer.
De gezondheidsimpact is aanzienlijk.
- Jaarlijks overlijden zo’n 4.800 Vlamingen vroegtijdig door te hoge fijnstofconcentraties.
- Het aantal vroegtijdige overlijdens door te veel ozon wordt op ongeveer 200 geschat.
- Voor NO2 gaat het om 1.500 tot 1.800 mensen per jaar, afhankelijk van de manier van berekenen.
Ook de vegetatie lijdt onder luchtvervuiling
De te hoge ozondosis vermindert de opbrengst van landbouwgewassen en de groei van bossen. De vegetatie ondervindt ook schade door verzuring en vooral vermesting. In 2019 was de stikstofdepositie te hoog op 80 % van de oppervlakte natuur. De uitstoot van stikstof gebeurt vooral door land- en tuinbouw, maar ook verkeer is een belangrijke bron. Om de biodiversiteit in stand te houden en de vegetatie voldoende te beschermen is een verdere verbetering van de luchtkwaliteit nodig.
VMM wordt oplossingsgerichte partner
De Vlaamse Regering heeft op 11 september 2020 haar principiële goedkeuring bevestigd om de bevoegdheid omtrent het luchtbeleid van het departement Omgeving naar de Vlaamse Milieumaatschappij over te hevelen. De VMM zal door die wijziging de uitvoering van het huidige luchtbeleidsplan kunnen versterken.
De uitdagingen situeren zich onder andere op het lokale niveau, met name de houtverbrandings-, verkeers- en landbouwemissies. In navolging van het luchtbeleidsplan 2030 zal de VMM als oplossingsgerichte partner optreden en lokale overheden ondersteunen bij projecten die de luchtkwaliteit verbeteren, de voor hen beschikbare instrumenten te optimaliseren enz. Dit najaar al start VMM met de ontwikkeling van een verbeterd model voor lokale verkeersemissies. Steden en gemeenten zullen zo recente ingrepen veel beter en nauwkeuriger weerspiegeld zien in bv. luchtkwaliteitskaarten.
Lees 'Uitstoot en luchtkwaliteit in Vlaanderen - Evaluatie 2020 - Samenvatting'