Meer fijn stof geen indicatie dat LEZ niet werkt
De beste parameter om de effecten van de lage-emissiezone in Antwerpen te evalueren is bovendien niet de totale hoeveelheid fijn stof, maar de hoeveelheid (diesel)roet in de lucht. Fijn stof bestaat uit verschillende stoffen en die worden niet alleen door het verkeer uitgestoten. Als je het effect van een lage-emissiezone wil onderzoeken gebruik je dus het best die fijnstofcomponenten die specifiek door auto’s worden veroorzaakt zoals roet. Door de lage-emissiezone mogen vooral wagens die te veel roet uitstoten de stad niet meer in.
Waarom meer fijn stof?
Niet alleen de uitstoot van vervuilende stoffen bepalen de luchtkwaliteit, maar ook de weersomstandigheden hebben een sterke invloed op de gemeten hoeveelheden fijn stof. In 2015 en 2016 waren die weersomstandigheden gunstiger voor fijn stof dan dit jaar. Dit jaar was er een smogepisode in januari en hadden we een bijzonder droog voorjaar. Bij droog weer blijft het fijn stof langer in de lucht dan wanneer het regent.
Om deze effecten op de LEZ in Antwerpen uit te sluiten, moeten we over een langere tijdreeks van roetmetingen beschikken. We moeten er ook rekening mee houden dat de aankondiging van de LEZ twee jaar geleden al gebeurde. Het is dus aannemelijk dat heel wat mensen sindsdien een nieuwe wagen kochten en daarbij rekening hielden met de striktere toelatingsregels. Daardoor zal er al een effect op de luchtkwaliteit zijn voor de LEZ effectief werd ingevoerd op 1 februari 2017.
Een wetenschappelijk onderbouwde uitspraak over het effect van een lage-emissiezone acht de VMM daarom pas mogelijk op basis van metingen voor een periode van 3 tot 5 jaar.