Doorbraak in waterkwaliteit: nieuwe Europese richtlijn gaat voor zuiverder water
Achtergrond
De Europese richtlijn stedelijk afvalwater (ERSA) moest het milieu beschermen tegen de nadelige gevolgen van lozingen van afvalwater uit stedelijke bronnen en specifieke industrieën. Hiermee werd de basis gelegd voor de waterkwaliteit in de Europese Unie. Dankzij deze richtlijn hebben we de afgelopen decennia een aanzienlijke verbetering van onze waterkwaliteit gezien en een veel betere leefomgeving in het algemeen. De technologie, de inzichten en de ambities staan niet stil. Dit maakt dat de richtlijn die dateert van 1991 aan herziening toe was. De nieuwe richtlijn legt strengere normen op voor de behandeling en monitoring van stedelijk afvalwater, zodat er geen schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen.
Belgisch voorzitterschap zorgt voor doorbraak
De Europese Commissie kwam eind 2022 met een eerste tekstvoorstel, dat afgetoetst werd met het Europees Parlement en met de Europese Raad om opmerkingen te formuleren bij het nieuwe voorstel. Daarna startten de onderhandelingen tussen de Commissie, de Raad en het Parlement. Sinds begin 2024 zit België de Europese Raad voor. Dit betekent dat België de Raad van 27 landen vertegenwoordigt tijdens die onderhandelingen. De Belgische vertegenwoordiger slaagde er in om, met de ondersteuning van de VMM en de Brusselse en Waalse collega’s een akkoord te sluiten sluiten met het Europees Parlement en de Europese Commissie.
Vernieuwingen in de richtlijn
De nieuwe richtlijn stedelijk afvalwater omvat diverse vernieuwingen. Zo wordt er gestreefd naar een grotere zuiveringsgraad door ook kleinere agglomeraties (1000 – 2000 inwonersequivalenten) te verplichten om hun afvalwater te zuiveren. De lidstaten moeten geïntegreerde beheersplannen voor stedelijk afvalwater opmaken om de problematiek van overstorten systematisch en onderbouwd aan te pakken.
We moeten nutriënten nog beter verwijderen uit ons huishoudelijk afvalwater en zo veel mogelijk ook recupereren. Nieuw is het verwijderen van micropolluenten uit huishoudelijk afvalwater met een focus op farmaceutica en persoonlijke verzorgingsproducten via een zuivering met behulp van specifieke behandelingstechnieken.
Financiering en duurzaamheid
Om die bijkomende zuivering te financieren legt de richtlijn een uitgebreide verantwoordelijkheid op aan de producenten, in lijn met het principe ‘de vervuiler betaalt’. De producenten van farmaceutica en persoonlijke verzorgingsproducten zullen minimaal 80% van de kost voor de zuivering van micropolluenten moeten betalen.
Daarnaast is energieneutraliteit, die hoort bij de Europese Green Deal, expliciet in de nieuwe richtlijn opgenomen. Het doel is om stapsgewijs tot volledig energie-neutrale waterzuiveringsinstallaties te komen. Voor de circulariteit is het hergebruik van water en slibbeheer opgenomen.
Transparantie en toegang tot sanitaire infrastructuur
De monitoringseisen worden ook aangescherpt (onder andere voor microplastics, micropolluenten, PFAS) en een specifieke opvolging van volksgezondheidskundige parameters zoals virussen (bijvoorbeeld COVID) wordt voorzien tijdens crisissen. Meer dan vroeger het geval was, moet de overheid zorgen voor rapportage, transparantie en het informeren van de bevolking. Er gelden ook nieuwe verplichtingen om publiek toegankelijke wc’s, wastafels, douches ... te verbeteren en bevorderen.
Vervolg
De compromistekst uitgewerkt onder het Belgisch voorzitterschap werd zowel door de lidstaten als door het comité Leefmilieu van het Europees Parlement aanvaard. De tekst ondergaat nu nog een laatste juridische en taalkundige controle en zal uiteindelijk door het nieuwe Europees Parlement worden bekrachtigd. De officiële publicatie en inwerkingtreding van de nieuwe richtlijn is voorzien in het najaar. De lidstaten moeten zorgen voor de omzetting daarvan tegen het voorjaar van 2027.