12 dagen wateroverlast en overstromingen in Vlaanderen
Buien die statistisch gezien maar om de 150 tot 200 jaar voorkomen
Het onweer in Riemst verbrak onmiddellijk al het uurrecord neerslag. Met 62 liter per vierkante meter is het bijna de helft hoger dan het vorige uurrecord van 43 liter per uur. Op 30 mei waren Roeselare en Stekene aan de beurt. Daar werd 85 liter/m² geregistreerd over een periode van 12u. Een intense regenzone trok toen langs de as Antwerpen - Ieper. Statistisch gezien zie je zo’n bui maar om de 150 jaar.
Twee dagen later – op 1 juni – trok een nieuw hevig onweer over. In Overpelt, Neeroeteren en Bilzen werd tot 55 liter/m² gemeten in 12u. De vierde hevige onweerszone van dinsdag 7 juni strekte zich uit over de as Sint-Pieters-Leeuw tot Aarschot. In Lot viel er maar liefst 85 liter/m² in 2,5 uur. Voor een dergelijk onweer is de herhalingsperiode boven de 200 jaar.
Verschillende oorzaken voor de wateroverlast en overstromingen
Vooral de provincies Limburg, West-Vlaanderen en de Kempen kregen te kampen met wateroverlast: rioleringsstelsels en grachten konden de toevloed aan water niet aan en ook op grotere waterlopen werden kritieke waterstanden bereikt.
In heel wat analyses werd de voorbije weken met een beschuldigende vinger gewezen naar de grote hoeveelheid verharde oppervlakte in Vlaanderen. Die zorgt ervoor dat de neerslag niet kan infiltreren en snel wordt afgevoerd om elders wateroverlast te veroorzaken. Maar dit is slechts één van de oorzaken van de recente wateroverlast. Bij zo’n hevige neerslag op korte tijd kan het water namelijk ook niet voldoende infiltreren in een onverharde bodem, waardoor ook grote oppervlaktes akker- en weiland excessief neerslag afvoeren.
Ook onze rioleringsstelsels konden al dat water niet slikken. Sinds 2012 worden alle nieuwe rioleringsstelsels ontworpen volgens de nieuwe code van goede praktijk voor rioleringsstelsels. Die houdt rekening met een 20-jaarlijkse bui. Oudere, bestaande riolering is maar berekend op een 5-jaarlijkse bui. Door maximaal regenwater te bergen, infiltreren en vertraagd af te voeren op het eigen terrein wordt de druk op het rioleringsstelsel sterk verminderd. Maar met zo’n zware regenval kunnen ook deze maatregelen niet alle wateroverlast voorkomen.
In de voorbije weken werden 30 van de 47 wachtbekkens van de VMM ingezet en een 8-tal bereikten hun volledige bergingscapaciteit. In totaal werd zo voor meer dan 20.000.000.000 liter water tijdelijk geborgen. Dat is het equivalent van 8000 olympische zwembaden. Samen met de natuurlijke bergingscapaciteit van veel valleigebieden hebben deze wachtbekkens ervoor kunnen zorgen dat schade vermeden werd. Een goede sturing van de wachtbekkens is cruciaal: niet te vroeg vullen, maar ook niet te laat. De vulling mag maar starten wanneer er gevaar is voor de overstroming van woningen. Een te vroege vulling zorgt er namelijk voor dat er geen bergingscapaciteit meer overblijft voor de opvang van het maximale piekdebiet. Dat zou grote overstromingsschade kunnen veroorzaken.