Inspirerend voorbeeld: aanpak verontreinigde Winterbeek in waardevol natuurgebied
Sinds 2014 is de sanering van de Winterbeek haalbaar geworden omdat de lozing van zouten in de Winterbeek tot een tiende van het vroegere niveau is teruggebracht, zoals werd opgelegd in de vernieuwde milieuvergunning van Tessenderlo Chemie nv. De lozing van de zware metalen cadmium en radium werd 25 jaar geleden al stopgezet. De Winterbeek doorkruist vooral natuurgebied, in mindere mate landbouwgebied en één keer woongebied: de dorpskern van Molenstede. Door hun groot ecologisch belang zijn grote delen aangeduid als Europese Speciale Beschermingszone en zijn grote delen opgenomen in het Vlaams Ecologisch Netwerk.
Samenwerking Tessenderlo Group - Vlaamse overheid
Om tot een sanering van de Winterbeek te komen, sloten Tessenderlo Group nv en de Vlaamse overheid een akkoord. In deze samenwerkingsovereenkomst staat dat de VMM en OVAM instaan voor het ruimen van de waterloop en de sanering van de oevers en overstromingsgebieden van de Winterbeek en dat Tessenderlo Group instaat voor de saneringsberging van het verontreinigd materiaal.
Saneringswerken
De saneringswerken worden uitgevoerd sinds 2017. Hierbij worden de waterbodem en de onderliggende vaste bodem verwijderd over het volledige traject. De oevers worden, waar technisch en ecologisch mogelijk, ontgraven tot aan de risicogrenswaarde. In de diepte beperken we het graven tot het grondwaterniveau. Ter hoogte van kwetsbare natuurgebieden wordt de ontgravingsbreedte beperkt tot de breedte van de bestaande oeverwallen. In landbouwgronden en woonzones wordt gegraven tot aan de risicogrenswaarde. Ter hoogte van woonzones en landbouwgronden worden de ontgraven zones weer aangevuld en hersteld tot het huidige niveau.
Gefaseerde aanpak
De sanering gebeurt in deelfasen gespreid over de periode 2017-2023. Hierbij worden eerst de stroomopwaartse delen aangepakt en nadien stelselmatig de gebieden stroomafwaarts. Zo raken gesaneerde stukken niet weer verontreinigd door het opwoelen van verontreinigde bodem stroomopwaarts. Momenteel zijn de saneringswerken in 3 van de 4 deelgebieden afgerond. In het vierde deelgebied zijn de werken gestart in september 2022 (na het broedseizoen).
Natuurgebaseerde sanering
Het vierde deelgebied omvat het laatste traject van de Winterbeek tot monding in de Demer, inclusief het natuurgebied van de Kloosterbeemden. De Kloosterbeemden is een van nature zeer nat gebied dat door overstroming met verontreinigd water en slib ook is verontreinigd en dus moet gesaneerd worden. Gezien de hoge natuurwaarde van het gebied Kloosterbeemden worden ingrijpende werken zoveel mogelijk vermeden. In plaats van de vervuiling volledig af te graven wordt een natuurgebaseerde saneringstechniek gebruikt. Daarbij worden de Kloosterbeemden sterk vernat, waardoor de mobiliteit en biologische beschikbaarheid van de vervuilende stoffen vermindert. Zo kan de verontreiniging zich niet meer verspreiden en wordt ze minder opgenomen door organismen. Die aanpak is ook financieel interessant. Door de moeilijke werkomstandigheden voor de sanering van zo’n nat en waardevol gebied zou de volledige verwijdering van de verontreiniging ook zeer duur zijn.
De aanpak maakt ook deel uit van het LIFE-project NARMENA (Nature-based Remediation of Metal pollutants in Nature Areas to increase water storage capacity). Door het aanleggen van fytoremediatievelden en 'constructed wetlands' verlagen we de biobeschikbaarheid van de metalen sterk, waardoor mogelijke risico's voor het ecosysteem worden beperkt of uitgesloten. De resultaten en ervaringen van NARMENA inspireren ons om een kader uit te werken voor deze kosteneffectieve natuurgebaseerde saneringen. Deze resultaten worden vergeleken met conventionele saneringstechnieken en de bevindingen worden verspreid in de EU, zodat we de bevoegde overheden stimuleren om deze technieken (vaker) toe te passen in kwetsbare natuurgebieden.
De alternatieve saneringsaanpak voor Kloosterbeemden realiseert verschillende beleidsdoelen:
- de saneringsdoelen worden bereikt
- de waterbergingscapaciteit van Kloosterbeemden wordt verhoogd en
- de natte natuur kan zich herstellen