Sediment staat voor de zwevende deeltjes in water. Deze sedimentdeeltjes kunnen zich afzetten in de waterkolom, wat aanleiding geeft tot slibvorming. Het is van nature aanwezig in de waterloop en is, in beperkte hoeveelheden, een essentieel onderdeel van het water. Externe factoren kunnen ertoe leiden dat er een te grote aanvoer van sediment is. Vooral watererosie uit landbouwgebied, industriële en huishoudelijke lozingen en oevererosie veroorzaken sediment in grachten en waterlopen.
Januari 2023: nieuwsbrief sediment
Sediment is van nature aanwezig in onze waterlopen, maar verschillende factoren kunnen ertoe leiden dat er een te grote aanvoer van sediment is. Vooral watererosie uit landbouwgebied, industriële en huishoudelijke lozingen en oevererosie veroorzaken sediment in grachten en waterlopen.
De VMM meet continu sedimentconcentraties (= aantal gram sediment per liter) en sedimentvrachten (= hoeveelheid ton zwevende droge stof) in onze waterlopen zodat we de sedimentlast kunnen monitoren. We startten het sedimentmeetnet op de onbevaarbare waterlopen 20 jaar geleden op.
Welke normen gelden er voor sediment? Er zijn momenteel geen normen vastgelegd die bepalen hoeveel sediment er mag zijn. In de basismilieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater staat dat er een grenswaarde is voor zwevende stof van 50 mg/l voor 90 % van de meetresultaten. Ter hoogte van de sedimentmeetstations meet de VMM een gemiddelde concentratie tussen de 14 en 30 mg/l (zie rapport sedimentmeetnet 2020). Maar bij intense regenbuien ligt de gemiddelde piekconcentratie van zwevende deeltjes tot wel 360 keer hoger dan deze concentraties.
Naast algemene maatregelen, hebben we een aanpak nodig om erosie sterk terug te dringen in specifieke gebieden. De VMM neemt daartoe initiatieven om samen met andere actoren in partnership op die plaatsen een duidelijk verschil te maken. Erosie moet in de eerste plaats brongericht aangepakt worden.
Het water van de Winterbeek was jarenlang verontreinigd door de lozingen van vooral Tessenderlo Chemie nv. Dat lozingswater bevatte vooral zouten (vooral calciumchloriden), maar ook de zware metalen cadmium en radium. Deze verontreinigingen hebben zich afgezet in de waterloop waardoor het slib verontreinigd raakte. Door overstromingen en slibruimingen, waarbij het slib op de oever werd achtergelaten, heeft de verontreiniging zich in de omgeving van de waterloop verspreid. Naast het slib zijn daardoor ook de oevers en het overstromingsgebied verontreinigd.