Overheid kan pesticidengebruik met 25% terugdringen
In 2016 gebruikten de openbare besturen 6,4 ton werkzame stof. Dit is heel wat minder dan de 8,8 ton van het jaar ervoor. De afbouw van het pesticidegebruik is vooral bereikt bij de spoorwegen. Daar kon Infrabel door de betere aansturing en opvolging van de aannemers het pesticidegebruik terugdringen, maar natuurlijk spelen ook de weersomstandigheden mee.
Ook bij de lokale besturen is het gemiddelde gebruik per gemeente sinds het verbod sterk gedaald. De meeste gemeenten rapporteren een nulgebruik (119 gemeenten) of gebruiken minder dan 1 kilogram werkzame stof (76 gemeenten). Bij de lokale besturen is de afbouw van het pesticidegebruik meestal goed gelukt. Nulgebruik is nog altijd het streefdoel en het is duidelijk dat de meeste gemeenten al het mogelijke doen om dit te behalen.
Wie gebruikt hoeveel?
Pesticidegebruik op en langs de sporen zorgt ervoor dat de Federale overheid met 82 procent het belangrijkste aandeel vertegenwoordigt. De gemeenten zijn als groep de tweede grootste gebruiker van pesticiden (12 procent). Binnen de Vlaamse overheid (5 procent) is vooral pesticidegebruik in functie van exotenbestrijding belangrijk.
97 procent van de gebruikte pesticiden zijn herbiciden waarvan glyfosaat als werkzame stof goed is voor 77 procent. Glyfosaat wordt gevolgd door triclopyr, 2,4-D, MCPA, Bacillus thuringiensis, fluroxypyr en pelargonzuur. Opvallend is het verdwijnen van diflufenican als veelgebruikte stof in het openbaar domein en de gelijktijdige opmars van pelargonzuur. Pelargonzuur is een organisch vetzuur van plantaardige oorsprong, dat op de markt als biologisch wordt aangeboden. De wetgeving duurzaam gebruik pesticiden maakt geen onderscheid tussen conventionele- en biologische middelen.