Aandeel gezinnen en verkeer in luchtemissies en broeikasgassen stijgt
Uitstoot daalt
Sinds 2000 noteren we qua uitstoot een dalende trend en die zet zich ook in 2016 voort. Doorheen de jaren zijn er wel schommelingen, bv. door weersomstandigheden en economische factoren.
De uitstoot van dioxines en PCB’s is spectaculair gedaald doordat de verbranding in open vuren en tonnen afneemt en PCB-houdende transformatoren en condensatoren worden ontmanteld. Emissies van het insecticide HCH zijn zelfs volledig verdwenen. De emissie van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) neemt wel toe.
De uitstoot van fijn stof en zware metalen daalt, net als die van de verzurende emissie (die voor ‘zure regen’ zorgt). De uitstoot van ozonvormende stoffen is met meer dan een derde verminderd. De ozonafbrekende emissies (die zorgen voor het gat in de ozonlaag) zijn sinds 2000 met maar liefst 86% afgenomen.
Ook de broeikasgasemissies zijn in 2016 ten opzichte van 2000 gedaald.
Wie stoot wat uit?
De energiesector en de industrie realiseren een vermindering voor de meeste luchtverontreinigende stoffen. Dit hebben ze gerealiseerd door de omschakeling naar aardgas, een daling van het steenkoolverbruik, het gebruik van fossiele brandstoffen met een lager zwavelgehalte, de verhoging van de energie-efficiëntie, schommelingen in productiecapaciteit en de invoering van reductiemaatregelen.
Het relatieve aandeel van de gezinnen en het verkeer daarentegen neemt toe. Er zijn al maatregelen genomen om de uitstoot te verminderen, maar deze wegen niet altijd op tegen de toenemende activiteit in deze sectoren. Zo verbranden we nog altijd veel hout, wat zorgt voor een stijging in het aandeel van gezinnen. We rijden met zijn allen ook elk jaar meer kilometers met meer wagens.