Efficiënt rioolbeheer: hoe kunnen gemeenten het verschil maken?
Op deze pagina:
- Uitdagingen in Vlaanderen
- Strategieën voor verbetering
- Acties voor gemeenten
- Zelf doen of uitbesteden?
- Succesfactoren voor een efficiënt gemeentelijk rioolbeleid
Uitdagingen in Vlaanderen
Voor de opvolging van het afvalwaterbeheer is er een onderscheid tussen de riolering (infrastructuur voor afvalwaterafvoer) en de zuivering (behandeling van afvalwater). Begin 1992 bedroeg de zuiveringsgraad in Vlaanderen amper 25%. Aangespoord door de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater werd sterk geïnvesteerd in de uitbreiding van de openbare waterzuivering in Vlaanderen. De zuiveringsgraad is sindsdien sterk gestegen. Uit cijfers blijkt dat de zuiveringsgraad enerzijds en de rioleringsgraad anderzijds in Vlaanderen onderling verschillen (zie toestand in onderstaand kader). Bovendien zijn er ook regionale verschillen. Om de riolerings- en zuiveringsgraad te verhogen is gerichte actie nodig.
|
Rioleringsgraad |
Zuiveringsgraad |
Wat? |
Geeft aan hoeveel procent van de bevolking is aangesloten op een rioolsysteem. Dit percentage toont ons hoeveel huishoudens en bedrijven hun afvalwater via een stelsel van buizen kunnen afvoeren naar een centrale locatie. |
Geeft aan welk percentage van het afvalwater dat via de riolering wordt verzameld, ook daadwerkelijk wordt gezuiverd in een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). De zuivering verwijdert vervuilende stoffen uit het afvalwater, waarna het hergebruikt of veilig geloosd kan worden in een waterloop zonder het milieu te schaden. |
Toestand? |
De rioleringsgraad in Vlaanderen bedroeg in maart 2024 bijna 94%. |
In Vlaanderen bedroeg de zuiveringsgraad in april 2022 86%. De snelheid waarmee de zuiveringsgraad stijgt, is de laatste jaren afgenomen. |
De zuivering van ons afvalwater is een gedeelde verantwoordelijkheid. Burgers, gemeenten en de gewesten dragen daarin elk hun steentje bij. Het rioleringsproces omvat 3 stappen:
-
Afvalwaterinzameling:
Afvalwater van huishoudens en bedrijven gaat via privéleidingen naar de riolering of wordt ter plaatse gezuiverd met een individuele behandelingsinstallatie (IBA). Regenwater kan apart worden verzameld of via de riolering worden afgevoerd (gemengd systeem) of apart worden afgevoerd naar waterlopen of de bodem (gescheiden systeem).
-
Transport:
Steden en gemeenten hebben de taak om afvalwater in te zamelen en tot een bepaald verzamelpunt te transporteren. Eens een bepaalde hoeveelheid afvalwater verzameld is, neemt het gewest dit proces over. De gewestelijke collectoren voeren grote hoeveelheden afvalwater af naar een zuiveringsstation.
-
Zuivering:
Het afvalwater, al dan niet gemengd met regenwater, dat op het zuiveringsstation toekomt, wordt in verschillende stappen biologisch gezuiverd totdat de kwaliteit voldoende is om het te lozen in een waterloop.
Strategieën voor verbetering
Zorgen voor proper oppervlaktewater en grondwater is een grote uitdaging in Vlaanderen. Alle maatregelen en acties om de toestand van de watersystemen te verbeteren of de overstromingsrisico's beter te beheren, zijn samengebracht in een maatregelenprogramma: de stroomgebiedbeheerplannen. Daarin zijn onder andere ook doelstellingen opgenomen voor alle actoren die deel uitmaken van het rioleringslandschap. Concreet kan door de reductie van de hoeveelheid stikstof en fosfor in het water de kwaliteit van de waterlopen verbeteren. Daarom zijn er voor elke gemeente specifieke reductiedoelen voor afvalwaterzuivering vastgelegd om de zuiveringsgraad van afvalwater in Vlaanderen naar 91% te brengen.
Vorig jaar ontwikkelde de VMM ‘het Reductieportaal’ voor rioolbeheerders. Via de tool kunnen gemeenten de vordering van hun rioleringsprojecten en de impact op hun reductiedoelen monitoren. Dat zorgt voor meer transparantie en efficiëntie in het rioolbeheer. Het Reductieportaal maakt deel uit van de ‘rapportering gemeentelijke sanering’ die een gemeente jaarlijks moet invullen. Met die gegevens kan goed gevolgd worden waaraan een gemeente zijn middelen (saneringsbijdrage, subsidies) besteedt, welke ecologische winsten ze daarmee boeken en waar het zoneringsplan moet geactualiseerd worden. Het plan geeft tot op huisniveau aan welke maatregelen gemeenten moeten nemen om te beantwoorden aan de geldende wetgeving (Vlarem) rond de lozing van huishoudelijk afvalwater, namelijk aansluiting op de riolering of zelf voorzien in zuivering van afvalwater.
Middelen strategisch inzetten
Gemeenten kunnen bijdragen door de volledige realisatie van zoneringsplannen en het nastreven van de reductiedoelen. Dat kunnen ze door een duidelijke visie te ontwikkelen en de beschikbare middelen strategisch in te zetten voor riolering en afvalwaterbeheer, op de juiste plaatsen. Op bepaalde momenten en/of voor bepaalde gevallen kunnen gemeenten subsidies aanvragen voor de geplande werken. Om de plannen effectief uit te voeren, werken de gemeenten samen met de betrokken stakeholders.
Nieuw besluit gemeentelijke saneringsverplichting
Recent keurde de Vlaamse Regering een nieuw besluit goed over de gemeentelijke saneringsverplichting. Dit kader stelt de ‘saneringsplichtige’ of drinkwaterleverancier en rioolbeheerder centraal in het realiseren van saneringsnetwerken. Per gemeente zal er nu ook één rioolbeheerder zijn om de dynamiek van de realisatie aan te houden. Het nieuwe besluit legt de openbare dienstverplichtingen vast voor de verdere uitbouw en optimalisatie van het gemeentelijke rioleringsnet in functie van de doelstellingen van de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027. Dat wordt gekoppeld aan goed beheer van het rioleringsnet, met een verankering van het asset management en een structurele aanpak van overstorten. Rioolbeheerders zullen ook een meerjarenplan moeten opmaken, gekoppeld aan de cyclus voor de opmaak van de gemeentelijke begroting en afgestemd op de investeringsagenda's van andere beheerders van het openbaar domein (bijvoorbeeld het Agentschap Wegen en Verkeer, de Lijn ...). Het doel is een flexibele, maar ook efficiënte en resultaatsgerichte invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting.
In mei organiseert de VMM twee webinars om de belangrijkste punten uit het nieuwe besluit toe te lichten aan rioolbeheerders, lokale besturen en beheerders van het openbaar domein. Schrijf je hier in »
Klimaatadaptieve ingrepen koppelen aan rioleringswerken
Lokale besturen die structurele rioleringswerken plannen, kunnen die koppelen aan klimaatadaptieve maatregelen. De toename van extreme regenval door klimaatverandering zet onze rioleringssystemen onder druk. Gebieden die we in het verleden konden beschermen tegen wateroverlast, zijn nu kwetsbaar. Door de infrastructuur en bebouwing te verbeteren, kan de impact van extreme regenval en overstromingen beperkt worden. Zo kunnen gemeenten bijvoorbeeld bij rioleringswerken tegelijk een tuinstraat aanleggen. Dit zijn nog andere mogelijkheden voor steden en gemeenten:
-
Investeren in ontharding en groene bufferzones
Structurele aanpassingen zoals ontharding en groene bufferzones zijn cruciaal om de druk op onze rioleringssystemen te verminderen. Ontharding zorgt ervoor dat regenwater beter in de bodem kan infiltreren, terwijl groene bufferzones pieken in de waterafvoer opvangen en vertragen. Dit helpt overstromingen te voorkomen en vermindert de hoeveelheid water die naar de zuiveringsinstallaties moet worden getransporteerd.
-
Capaciteit uitbreiden en bufferbekkens bouwen
Op sommige plaatsen moet de rioleringscapaciteit uitgebreid worden. Dit kan door nieuwe riolen aan te leggen, aan te passen met terugslagkleppen of bestaande installaties te vergroten. In gebieden met een hoog risico op overstromingen kunnen grote bufferbekkens worden gebouwd om overtollig regenwater op te vangen en geleidelijk af te voeren.
-
Ruimtelijke planning aanpassen
Klimaatadaptatie vereist ook een herziening van onze ruimtelijke planning. We moeten kritisch bekijken waar we bouwen en hoe we kwetsbare gebieden beter beschermen. In gebieden met een hoog risico op overstromingen kan het aangewezen zijn geen nieuwe bebouwing meer te voorzien en dus ook geen riolering aan te leggen. Is dit toch het geval is, dan moeten de ontwerpen bestand zijn tegen overstromingen met waterdichte constructies en slimme waterafvoeroplossingen.
Met een combinatie van strategische investeringen, verbeterde regelgeving en gerichte subsidies streeft Vlaanderen naar een toekomst waarin alle gemeenten over een duurzaam en effectief rioleringsnetwerk beschikken. Momenteel verschilt de situatie in Vlaanderen nog sterk van regio tot regio. Het engagement van steden en gemeenten kan hierin een verschil maken. De VMM neemt een regisseursrol op om dit proces in goede banen te leiden.
Gemeenten hebben een belangrijke rol in het verbeteren van rioleringen en moeten daarin een doordachte keuze maken: besteden ze die taak uit aan een rioolbeheerder of nemen ze zelf die taak op? Die keuze, de opvolging van het rioolbeheer en de nodige budgetten leggen de gemeenten daarom best vast in het nieuwe bestuursakkoord.
In het nieuwe bestuursakkoord kunnen de nieuw verkozen lokale besturen hun beleid voor een efficiënt rioolbeheer in hun gemeente verankeren. Dat kunnen ze doen door zich te engageren om:
|