Betere luchtkwaliteit door coronacrisis?
Minder verkeer = minder stikstofdioxide en dieselroet
De maatregelen om de coronacrisis aan te pakken, leiden tot minder autoverkeer. Dit heeft een positief effect op de luchtvervuiling door het verkeer.
- Kwalitatief: de eerste inschattingen op basis van verkeerstellingen (bron: AWV, Telraam) wijzen op gevoelig minder personenverkeer (-30 à -50% afhankelijk van de locatie) en een beperkte daling van het vrachtverkeer (tot -20% op snelwegen). Dit zorgt voor een vermindering van de luchtvervuiling veroorzaakt door het wegverkeer.
- Kwantitatief: het effect van de maatregelen nu becijferen is niet eenvoudig omdat ze nog maar een tweetal weken van kracht zijn. Het weer speelt een belangrijke rol in de luchtkwaliteit. De laatste weken voor de coronamaatregelen was er veel regen en wind, wat zeer gunstig is voor de luchtkwaliteit. Op 16 maart 2020 (na de invoering van de maatregelen) was de meteo minder gunstig. Toen was de NO2-concentratie in 2 verkeersstations in Antwerpen en Brussel tijdens de ochtendspits zelfs het hoogst van de laatste 8 dagen. Met normaal verkeer zou die piek nog hoger zijn.
Vergelijking voor en na de maatregelen is niet evident
Onderstaande figuur toont de daggemiddelde concentraties in blokken van 10 dagen tijdens de periode van de coronamaatregelen (rechterblok: situatie van 16 maart tot 25 maart) en de 30 dagen voor de afkondiging van de maatregelen.
De rechtste balk zijn de concentraties zoals ze na de invoering van de maatregelen werden gemeten op ons verkeersdrukke straatstation in Antwerpen. Op het eerste zicht zou je kunnen besluiten dat er ondanks de gevoelige daling van het autoverkeer helemaal geen effect is. Dat klopt niet. Met normaal verkeer zou de laatste balk hoger geweest zijn (rood balkje).
De vraag (die we op dit moment nog niet kunnen beantwoorden) is: hoe hoog zou het rode balkje geweest zijn zonder de coronacrisis? Op basis van meer metingen zullen we over enkele weken de impact wel kunnen becijferen.
Luchtvervuiling heeft ook nog andere bronnen
Voor fijn stof zijn ook industrie, landbouw en gebouwenverwarming belangrijk. Bovendien zijn er 2 fracties fijn stof: het primaire, rechtstreeks uitgestoten fijn stof, waarvan de bijdrage van verkeer klein is, en het secundaire fijn stof, dat een belangrijker aandeel heeft. Dit ontstaat wanneer gassen in de atmosfeer met elkaar gaan reageren. Hierbij is ammoniak uitgestoten door de landbouw belangrijk, zeker in deze periode van het jaar wanneer landbouwers hun velden beginnen te bemesten.
Ook de gebouwenverwarming (vooral houtverbranding) is een belangrijke bron. Meer mensen werken thuis, waardoor hun huizen ook overdag verwarmd worden. Bovendien zijn veel woningen in België slecht geïsoleerd. Daardoor kunnen de coronamaatregelen ook zorgen voor méér uitstoot. Ook hier spelen de weersomstandigheden een belangrijke rol.
Veel fijn stof ondanks coronamaatregelen
Dat luchtvervuiling niet alleen veroorzaakt wordt door het autoverkeer blijkt ook uit de metingen van vrijdag 28 en zaterdag 29 maart. Toen was er veel fijn stof in de lucht door:
- De aanvoer van vervuilde landlucht via oostelijke luchtstromingen.
- De vorming van secundair fijn stof door de hoge aanwezigheid van ammoniak in de omgevingslucht vanwege het bemesten van de akkers. Zo werd op zaterdag 28 maart tot tien maal meer ammoniak in de lucht gemeten dan gebruikelijk (zie figuur). Ammoniak reageert met andere gassen in de atmosfeer tot fijn stof en draagt zo sterk bij aan de zogenaamde 'lentesmog'.
Luchtconcentratie van ammoniak in de voorbije week (achtergrondmeetplaats in Bonheiden)
- Het verbranden van hout in kachels en open haarden. Real-time metingen van de componenten van fijn stof door de Universiteit van Rijsel bewijzen het belang van organisch materiaal (o.a. afkomstig van biomassaverbranding) in de totale hoeveelheid fijn stof. Ook het specifieke biomassaverbrandingssignaal met pieken in de avonduren wijst op een belangrijk aandeel fijn stof door houtverbranding. Dit zijn metingen uit Noord-Frankrijk, maar het is aannemelijk dat dezelfde conclusies gelden voor Vlaanderen.
Bron: @VRiffault via twitter
Verschillende wetenschappelijk onderbouwde studies (Bron: Wereldgezondheidsorganisatie) geven aan dat de ziekenhuisopnames door ademhalingsproblemen tijdens smogepisodes stijgen, vooral door het ontstaan van ontstekingsmechanismen ter hoogte van de longen, maar ook in andere delen van het lichaam (bv. link met hartproblemen).
Studies geven ook aan dat in normale omstandigheden (zonder corona) op dagen met verhoogde fijnstofconcentraties zoals dit weekend, 3 tot 5% van de ziekenhuisopnames omwille van ademhalingsproblemen kan toegewezen worden aan fijn stof. Omdat er momenteel uitzonderlijk zware maatregelen worden genomen om de risico's op sterfte te verlagen en de druk op ons gezondheidssysteem werkbaar te houden, zijn verhoogde stofconcentraties een belangrijke factor om mee rekening te houden. Minder fijn stof zorgt voor minder druk op ziekenhuisopnames veroorzaakt door luchtvervuiling.
Uit voorgaande jaren weten we ook dat in deze periode van het jaar dergelijke smogepisodes (lentesmog) vaker voorkomen. We verwachten de komende weken dan ook nog periodes van verhoogde stofconcentraties, wanneer de weersomstandigheden ongunstig zijn (weinig wind, milde temperaturen overdag, 's nachts koud, hoge luchtvochtigheid en een stabiele atmosfeer).
En wat na de coronamaatregelen?
Over enkele weken zullen we de impact van de coronamaatregelen op de luchtkwaliteit beter kunnen inschatten. Dat die er is, staat buiten kijf. Willen we in de toekomst die verbetering bestendigen, dan moeten we ook na het beëindigen van de maatregelen structureel meer kiezen voor thuis- en telewerken en duurzamere mobiliteitsmix.