Op 27 en 28 juni regende het vooral in het centrum en oosten van Vlaanderen wat, in het westen van Vlaanderen bleef het echter nagenoeg droog. Daardoor blijft de hydrologische toestand momenteel voor heel Vlaanderen, en zeker voor het westen van Vlaanderen, extreem droog voor de tijd van het jaar.
In opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij becijferde VITO dat de Vlaamse consumptie zorgt voor 20 ton broeikasgassen per inwoner. Twee derde van deze uitstoot ontstaat buiten Vlaanderen. Ook drie kwart van de jobs waarop onze consumptie steunt, bevindt zich buiten ons grondgebied.
In heel Vlaanderen is het extreem droog voor de tijd van het jaar. Al sinds eind vorig jaar bouwt zich een droge situatie op die door een uitzonderlijk droge maand april, gevolgd door een droge mei en tot nu toe zeer droge juni acuut geworden is. Sinds eind april - begin mei bevinden zich delen van Vlaanderen in een waaktoestand droogte die sinds eind mei algemeen geworden is voor Vlaanderen.
Het aanhoudend warme weer zorgt vandaag (22/06) opnieuw in heel Vlaanderen voor hoge ozonconcentraties met kans op overschrijding van de informatiedrempel.
De Vlaamse Milieumaatschappij hanteert een nieuwe aanpak voor de advisering van lozingsdebieten van verontreinigd regenwater. De nieuwe aanpak werd uitgewerkt in samenwerking met het departement Omgeving.
In heel Vlaanderen is het zeer tot extreem droog voor de tijd van het jaar. Zeker sinds eind vorig jaar is zich een droge situatie aan het opbouwen die door een uitzonderlijk droge maand april, gevolgd door een droge mei en begin van juni acuut geworden is.
Zal het jaarlijks doorgeven van je waterstanden in de toekomst verdwijnen en automatisch gebeuren via ‘slimme meters’? Dat is zeer waarschijnlijk. De VMM heeft een verkennend onderzoek uitgevoerd naar slimme watermeters en we hebben enkele aanbevelingen rond financiële impact, nieuwe regelgeving en veiligheid.
De VMM heeft haar EMAV-model voor de berekening van ammoniakemissie in de landbouwsector geactualiseerd. Zo kunnen we nu meer gedetailleerde input verwerken. De geografische toekenning van de emissies door het uitrijden van dierlijke mest en kunstmest werd uitgebreid. Ook krijgen we nu een duidelijk beeld van de NH3-emissie die met mestverwerking gepaard gaat. We kunnen ook de emissie op het niveau van de stal berekenen of een prognose maken.
Voor het eerst hebben we resultaten van onderzoek naar 12 prioritaire stoffen in levende organismen (biota) in onze waterlopen. In 2015 heeft de VMM op 11 van de in totaal 44 meetplaatsen van het biota-meetnet bemonsterd en daaruit blijkt dat er overschrijdingen zijn van de biota-milieukwaliteitsnormen voor de stoffen hexachloorbenzeen, kwik, polygebromineerde difenylethers, hexabromocyclododecaan, benzo(a)pyreen, perfluoroctaansulfonaat en dioxines.
De VMM adviseert de Europese Commissie over nieuwe meettechnieken voor luchtkwaliteit. Samen met twee Nederlandse partners zullen we innovatieve, flexibele meetmethoden voor fijn stof, ozon en stikstofdioxide inventariseren en uittesten in het kader van het Europese Life-project VAQUUMS.