Waterkwaliteit in landbouwgebied moet beter
De Vlaamse Milieumaatschappij en de Vlaamse Landmaatschappij geven jaarlijks een stand van zaken over de aanwezigheid van nitraat in het water, door bemestingsactiviteiten van de Vlaamse land- en tuinbouwsector.
RESULTATEN: ongunstige evoluties
Uit de resultaten van het MAP-meetnet oppervlaktewater in landbouwgebied van de Vlaamse Milieumaatschappij, blijkt dat het percentage meetpunten met een overschrijding van de drempelwaarde van 50 mg nitraat/l, al vijf winterjaren op rij niet meer daalt. De laatste 2 winterjaren is het percentage MAP-meetpunten met een overschrijding zelfs opvallend gestegen:
- In het winterjaar 2016-2017 bedroeg de overschrijding 21%,
- in 2017-2018 liep die op tot 28%
- en in 2018-2019 tot 38%.
In winterjaar 2018-2019 wordt de streefwaarde van gemiddeld 18 mg nitraat/l in bijna de helft van de afstroomzones niet behaald. Het beoogde maximum van 5% overschrijdingen tegen 2018 werd niet gehaald.
Ook de grondwaterkwaliteit evolueert ongunstig.
- Er werd een lichte stijging van de gemiddelde nitraatconcentratie in het ondiepe grondwater vastgesteld.
- Op basis van de recentste resultaten van de grondwaterkwaliteit, blijkt dat het aantal afstroomzones met een hoge gemiddelde nitraatconcentratie van meer dan 60 mg nitraat/l is toegenomen.
- Daarnaast zijn er heel wat afstroomzones met een stijgende trend.
OORZAKEN: droge zomers en onvoldoende oordeelkundig bemesten
De recente meetresultaten van het MAP-meetnet zijn ongunstig beïnvloed door de uitzonderlijke droge en warme weersomstandigheden in 2017 en 2018. Teeltschade of oogstmislukking lieten de gewassen niet toe voldoende nutriënten op te nemen uit de bodem. Dat heeft geleid tot hogere nitraatresidu’s in de bodem in het najaar en een grotere uitspoeling van nitraten naar het grond- en oppervlaktewater.
Maar de extreme weersomstandigheden zijn een ontoereikende verklaring voor de ongunstige evolutie van de (grond)waterkwaliteit. De impact op het grondwater verloopt immers langzaam, de effecten van meer nitraat worden met vertraging gemeten en de tendens is al ingezet sinds 2014, voor de uitzonderlijke weersomstandigheden van de laatste jaren.
De verliezen van stikstof uit landbouwbodems blijven veel te hoog en zijn een gevolg van onoordeelkundige bemestingspraktijken. Uit onder andere de resultaten van de controleacties door de Mestbank blijkt immers dat de landbouw- en bemestingspraktijk van heel wat bedrijven nog altijd niet op punt staat. Zo blijft een ondoordachte bemestingsstrategie nog altijd de belangrijkste oorzaak van een te hoog nitraatresidu.
AANPAK: verscherpte gebiedsgerichte aanpak, klemtoon op 4J’s en gerichte controles in MAP6
Om die ongunstige evolutie van de oppervlaktewaterkwaliteit in Vlaanderen aan te pakken, voert het 6de mestactieprogramma (MAP 6), voor de periode 2019-2022, een verscherpte gebiedsgerichte aanpak in. Het legt de klemtoon op het uitvoeren van goede bemestingspraktijken volgens het 4J-principe: bemesten met
- de juiste dosis,
- de juiste mestsoort,
- op het juiste tijdstip
- en met de juiste bemestingstechniek.
Goede bemestingspraktijken, volgens het principe van de 4J’s, zijn immers essentieel om lage nitraatresidu’s te realiseren en bij te dragen aan een verbetering van de waterkwaliteit. Ook wil de Mestbank het kunstmestgebruik beter in kaart brengen. In MAP 6 wordt daarom een digitaal kunstmestregister ingevoerd voor landbouwers en kunstmesthandelaren vanaf 1 juli 2020.
Lees het persbericht: Waterkwaliteit in landbouwgebied in Vlaanderen moet beter
Lees het rapport Nutriënten in oppervlaktewater in landbouwgebied, resultaten MAP-meetnet 2018-2019