Vlaamse Overheid bestrijdt Chinese wolhandkrab
Belangrijk hierbij is de ontwikkeling van efficiënte methodes om de dieren te vangen. Dergelijke methodes kunnen dan door alle overheden in Vlaanderen toegepast worden.
Invasieve soort
De Chinese wolhandkrab is een grote zoetwaterkrab die van nature voorkomt in Oost-Azië. Sinds 1912 belandde ze ook in Europa. De Chinese wolhandkrab heeft in Vlaanderen geen natuurlijke vijanden. Hierdoor kan ze haar territorium en populatie ongestoord uitbreiden. In China zijn wolhandkrabben een delicatesse, maar bij ons worden ze minder enthousiast onthaald. Door de grote aantallen vormen zij een bedreiging voor de inheemse fauna en flora. Ze concurreren om voedsel en leefgebied en kunnen waterplanten vernietigen. Met hun holen ondergraven ze bovendien de stabiliteit van dijken en oevers.
Proefproject aan ‘s Hertogenmolens
De dieren volledig uitroeien is een onmogelijke opdracht, gelet op de hoge kost. Maar de aantallen inperken is wel een haalbare ambitie. Om die waar te maken slaan verschillende overheidsdiensten de handen in elkaar. De Vlaamse Milieumaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, en Waterwegen en Zeekanaal, starten samen met de stad Aarschot een proefproject om deze ongewenste diersoort te bestrijden. De sluis aan ’s Hertogenmolens is hiervoor de perfecte proeflocatie.
Expertise en kennis verzamelen
Tijdens de maand oktober zullen medewerkers van de Vlaamse milieumaatschappij (VMM) nagaan of de dieren met fuiken eenvoudig afgevangen kunnen worden. Op basis van dit eerste experiment, komt er in het voorjaar een grootschaligere actie. Op basis van beide acties zal blijken op welke manier de krabbenpopulatie zo goed mogelijk kan worden aangepakt. Het project wil overheden, steden en gemeenten en waterbeheerders die met deze problematiek kampen, een oplossing bieden voor de overlast. De resultaten en conclusies van dit onderzoek worden dan ook voorgesteld aan het kabinet van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke Schauvliege.