Primeur in Vlaanderen: de krabbensleuf
De 'krabbensleuf' bevindt zich stroomopwaarts de vistrap op de Kleine Nete in Grobbendonk. Die vistrap wordt niet alleen door vissen gebruikt om te migreren. Ook de jonge wolhandkrabben nemen de trap in het voorjaar.
Benieuwd naar de krabbensleuf? Bekijk het fotoverslag van de plaatsing van de sleuf.
Waarom de wolhandkrab bestrijden?
De Chinese wolhandkrab is een invasieve krabbensoort uit Azië die sinds 1920 in de brakke en zoete waterlopen in Vlaanderen opduikt. De zoetwaterkrab heeft bij ons geen natuurlijke vijanden waardoor de populatie ondertussen al zo groot is geworden, dat ze problemen veroorzaakt in en rond de waterlopen. Het zijn omnivoren die alles opeten wat ze op hun weg tegenkomen: bladafval, planten, dode vissen… Ze graven holen in de oevers en woelen in de rivierbodem, waardoor deze vatbaarder worden voor erosie. Dit kan een negatief effect hebben op de waterkwaliteit en ecologische toestand van onze rivieren. Daarom moeten we ze bestrijden.
Hoe werkt de krabbensleuf?
Omdat de krabben zich niet gemakkelijk laten vangen, ontwikkelde de VMM met ondersteuning van de Universiteit Antwerpen (UA) een nieuw type val. Het is een metalen kist die er uitziet als een brievenbus. Deze kist moet op de rivierbodem geplaatst worden, met de gleuf van de ‘brievenbus’ naar boven gericht. Rondom de kist is er een helling vanaf de rivierbodem tot aan de gleuf. De krabben zwemmen niet, maar kruipen over de bodem. Zodra ze naar de monding van de waterlopen migreren om te paren, kunnen ze niet voorbij de brede ‘brievenbus’ en vallen ze via de gleuf in de bak. Omdat ze niet kunnen zwemmen, kunnen ze er ook niet meer uit. De kist reikt van de ene oever tot de andere oever, waardoor ze er ook niet naast kunnen glippen.