Wat is stikstof?
Stikstofoxiden (NOx)
Bijproduct van verbrandingsprocessen
Stikstofoxiden (NOx) bestaan uit een mengsel van stikstofdioxide (NO2) en stikstofmonoxide (NO). Bij verbrandingsprocessen op hoge temperaturen ontstaat in eerste instantie vooral NO. NO heeft een korte levensduur in de atmosfeer en is een kleur-, reuk- en smaakloos gas dat op zich weinig toxisch is. NO wordt door reacties met zuurstof en ozon omgezet tot NO2. NO2 heeft een langere levensduur in de atmosfeer en is schadelijk voor mens en ecosystemen. Het is een bruinrood gekleurd toxisch gas dat slecht ruikt en irritatie aan de luchtwegen kan veroorzaken. Een kwart van de jaarlijkse astmagevallen bij kinderen is te wijten aan NO2. Zowel korte episodes van hoge concentraties, als langdurige blootstelling aan lage concentraties zijn schadelijk voor de gezondheid.
NOx draagt bij aan de vorming van andere polluenten
NOx draagt bij aan de vorming van fijn stof. Verder speelt NOx een belangrijke rol in de verzurende en vermestende depositie en de fotochemische smogvorming. NOx kan net als SO2 over grote afstanden getransporteerd worden en kan dus effecten veroorzaken in ver gelegen gebieden. Het gebruik van fossiele brandstoffen (steenkool, petroleumproducten en gas) is de belangrijkste bron van emissies van NOx (NO2).
Ammoniak (NH3)
Ammoniak veroorzaakt fijn stof en vermindert de biodiversiteit
Ammoniak (NH3) is een kleurloos gas dat bestaat uit stikstof en waterstof. NH3 heeft een korte levensduur in de atmosfeer en zet zich in belangrijke mate af dichtbij de emissiebron via droge depositie. Na omzetting tot ammoniumzouten kan het zich over grote afstanden verspreiden.
NH3 heeft nadelige effecten op de vegetatie: het wordt rechtstreeks opgenomen door de bladeren van planten en draagt bij aan verzurende en vermestende depositie. Stikstof is een essentiële voedingsstof, maar te veel stikstof heeft negatieve effecten op natuurlijke ecosystemen. Veel plantensoorten groeien van nature in vrij voedselarme condities. Bij een overmaat aan stikstof verdwijnen of verminderen deze stikstofgevoelige en vaak zeldzame soorten door competitie met stikstofminnende soorten zoals grassen. Veranderingen in de vegetatie hebben gevolgen voor de fauna en ten slotte voor het globale functioneren van ecosystemen.
De uitstoot van NH3 veroorzaakt ook fijn stof. Door chemische processen in de atmosfeer wordt NH3 omgezet tot deeltjes (ammoniumzouten, namelijk ammoniumnitraat en -sulfaat die bestaan uit NH4+ en respectievelijk NO3- of SO42-). Dit noemen we secundair fijn stof en draagt sterk bij aan de hoeveelheid fijn stof in de lucht (PM10 en vooral PM2,5). Fijn stof heeft nadelige gezondheidseffecten voor de mens.
Landbouwactiviteiten die zorgen voor de uitstoot van NH3 (vooral veeteelt) staan in voor een groot aandeel van de uitstoot door verzurende en vermestende stoffen en verzurende deposities en stikstofdeposities in Vlaanderen.