Wat is PFAS?
Wat is PFAS?
- PFAS is een verzamelnaam voor een groep door de mens ontwikkelde chemische stoffen die bestaan uit een koolstofketen en fluorverbindingen.
- PFAS worden gebruikt in vele industriële toepassingen en consumentenproducten vanwege hun eigenschappen: water-, vet- en vuilafstotend.
- PFAS zijn vaak persistent, bioaccumulerend, toxisch en mobiel.
- PFAS kunnen onder andere zorgen voor de verstoring van de immuniteit, hormoonbalans en leverfunctie.
- Opname van PFAS gebeurt via voeding, drinkwater en stofingestie. Het belang van opname via de lucht wordt momenteel onderzocht.
- PFAS zijn bestempeld als 'zeer zorgwekkende stoffen' en mogen nog maar beperkt gebruikt worden.
Eigenschappen
Van een aantal PFAS zijn de fysicochemische eigenschappen bekend. De precieze eigenschappen verschillen per specifieke PFAS en zijn vooral afhankelijk van de koolstofketenlengte. Zo verspreiden korte PFAS-ketens zich makkelijker en sneller in het milieu dan lange PFAS-ketens. Over het algemeen is bekend dat PFAS:
- Niet of nauwelijks afbreken in het milieu (persistent);
- Zich ophopen in het menselijk lichaam, dieren en planten (bioaccumulerend);
- Zich makkelijk en relatief snel kunnen verspreiden in het milieu (mobiel);
- Schadelijke effecten kunnen veroorzaken in de mens en het milieu (toxisch)
PFAS in het milieu
PFAS komt vooral in het milieu terecht door industriële productieprocessen, het gebruik van PFAS-houdende producten, brandweeroefeningen en afvalverwerking. Eens aanwezig in het milieu kunnen PFAS circuleren doorheen de milieucompartimenten: bodem, lucht en water. Zo kan PFAS vanuit de lucht neerslaan op de bodem, bijvoorbeeld via regen, en insijpelen tot aan het grondwater.
Blootstellingsroutes en gezondheidseffecten
Opname van PFAS gebeurt vooral via voeding, drinkwater en stofingestie. Het belang van opname via de lucht (inademing) wordt momenteel onderzocht. Eens opgenomen in het lichaam kan PFAS zich accumuleren en op lange termijn:
- de immuniteit, hormoonbalans en/of leverfunctie verstoren;
- het risico op kanker, obesitas en/of schildklieraandoeningen verhogen; en/of
- zorgen voor vruchtbaarheidsproblemen en problemen bij de ontwikkeling van het ongeboren kind.