Uitstoot totaal stof (TSP)
- Totaal stof omvat alle rondzwevende stofdeeltjes in de atmosfeer. Vooral grotere deeltjes spelen een rol.
- Meeste uitstoot door industrie, gevolgd door landbouw, transport en huishoudens.
- Daling met 21 % sinds 2005 vooral dankzij minder vervuilende voertuigen en afbouw van verbranding van kolen.
- Fijn stof is de belangrijkste polluent naar gezondheidsimpact, onder meer door luchtweginfecties, astma, dichtslibben van bloedvaten en het veroorzaken van kanker.
Gezondheidseffect
Fijn stof komt via inademing in ons lichaam, hoe kleiner de deeltjes hoe dieper ze in het menselijk lichaam kunnen doordringen en hoe meer schade ze kunnen veroorzaken:
- Hoe klein de blootstelling ook is, er is altijd een risico op een schadelijk effect op de gezondheid.
- Kortdurende blootstelling aan hogere concentraties veroorzaken vroegtijdige sterfte, verhoogde ziekenhuisopnames vanwege hart- of longproblemen, acute en chronische bronchitis en astma-aanvallen.
- Langdurige blootstelling (maanden tot jaren) veroorzaken vroegtijdige sterfte, vooral bij mensen met chronische hart- of longziekten, een verminderde groei van de longfunctie bij kinderen, longkanker alsook borstkanker en kanker in het spijsverteringsstelsel.
Naast gezondheidseffecten heeft fijn stof een invloed op het klimaat: naargelang de samenstelling kan fijn stof zowel voor afkoeling als voor opwarming zorgen.
Doelstellingen
Momenteel bestaat er op Europees of Vlaams niveau geen regelgeving voor de totale uitstoot van totaal stof in Vlaanderen. Er werden wel doelstellingen bepaald voor PM₂,₅, dat deel uitmaakt van totaal stof.
Toestand in 2022
De meeste uitstoot werd veroorzaakt door de industrie, de landbouw, transport en de huishoudens:
- Industrie (43 %): de uitstoot kwam vooral van de constructie en afbraak van gebouwen en wegen en niet-geleide emissies bij op- en overslagbedrijven (Op deze laatste uitstootcijfers zit wel een grote onzekerheidsmarge).
- Landbouw (21 %): de uitstoot kwam vooral van de veeteelt (verplaatsen van voeding, stro ... ) en de productie van landbouwgoederen (ploegen, oogsten, opslag ...).
- Transport (17 %): slijtage van remmen en banden van wegverkeer veroorzaakten aanzienlijke uitstoot (niet-uitlaatemissie).
- Huishoudens (16 %): de verwarming met hout was de grootste emissiebron.
Evolutie
Er is een daling van de uitstoot met 21 % ten opzichte van 2005:
- Vooral afname van de uitlaatemissies van het wegverkeer door minder vervuilende voertuigen.
- Sterke daling van de uitstoot van de energiesector door de afbouw van de elektriciteitsproductie met kolen.
- Stijging bij de industrie sinds 2013 is van methodologische aard omdat vanaf dan ook de niet-geleide emissies van op- en overslagactiviteiten inbegrepen zijn in de inventaris.
- Bij de landbouw is er een stijging van de stalemissie, vooral door een aanzienlijke toename van het pluimvee.
- Wisselende uitstoot door de huishoudens omdat het verbruik van brandhout afhankelijk is van de weersomstandigheden.
Hoe pakken we dit aan?
Het grootste potentieel voor een dalende uitstoot van fijn stof ligt bij de huishoudens (houtverbranding). In samenwerking met de sector werd een Green Deal huishoudelijke houtverwarming afgesloten om de uitstoot door houtverbranding te verlagen. Voor het stoken van hout zijn er een aantal regels en adviezen.
Bij de landbouw, de industrie en het wegverkeer is het potentieel relatief beperkter:
- De aard van de uitstoot bij de landbouw geeft weinig mogelijkheden voor een daling.
- Door de milieuwetgeving en vergunningsvoorwaarden aan te passen volgens de laatste stand van de techniek en door extra rookgaszuivering bij grote bedrijven, kunnen we een lagere uitstoot krijgen bij de industrie.
- Bij het wegverkeer zijn, gezien het belang van niet-uitlaatemissies, maatregelen die zorgen voor een modale verschuiving en minder kilometer over de weg belangrijk (zie indicatoren samenstelling wagenpark en activiteiten wegverkeer).
Een volledig overzicht van de maatregelen voor een betere luchtkwaliteit in Vlaanderen vind je in het Vlaams Luchtbeleidsplan 2030. Een bespreking van de voortgang van de maatregelen staat in het voortgangsrapport over het luchtbeleidsplan 2030.