Uitstoot fijn stof (PM₁₀)
- PM₁₀-stofdeeltjes zijn kleiner dan 10 µm (= 0,01 mm).
- Meeste uitstoot door industrie door niet-geleide emissies bij bouw en afbraak van gebouwen en wegen, gevolgd door huishoudelijke verwarming met hout.
- Grootste daling bij uitlaatemissies door wegverkeer dankzij minder vervuilende voertuigen (roetfilter).
- Fijn stof is de belangrijkste polluent naar gezondheidsimpact, onder meer door luchtweginfecties, astma, dichtslibben van bloedvaten en het veroorzaken van kanker.
Gezondheidseffect
Fijn stof komt via inademing in ons lichaam, hoe kleiner de deeltjes hoe dieper ze in het menselijk lichaam kunnen doordringen en hoe meer schade ze kunnen veroorzaken:
- Hoe klein de blootstelling ook is, er is altijd een risico op een schadelijk effect op de gezondheid.
- Kortdurende blootstelling aan hogere concentraties veroorzaken vroegtijdige sterfte, verhoogde ziekenhuisopnames vanwege hart- of longproblemen, acute en chronische bronchitis en astma-aanvallen.
- Langdurige blootstelling (maanden tot jaren) veroorzaken vroegtijdige sterfte, vooral bij mensen met chronische hart- of longziekten, een verminderde groei van de longfunctie bij kinderen, longkanker alsook borstkanker en kanker in het spijsverteringsstelsel.
Naast gezondheidseffecten heeft fijn stof een invloed op het klimaat: naargelang de samenstelling kan fijn stof zowel voor afkoeling als voor opwarming zorgen.
Doelstellingen
Momenteel bestaat er op Europees of Vlaams niveau geen regelgeving voor de totale uitstoot van PM10 in Vlaanderen. Er werden wel doelstellingen bepaald voor PM2,5, dat deel uitmaakt van PM10.
Toestand in 2022
De grootste uitstoot van PM10 werd veroorzaakt door de industrie, de huishoudens en het transport:
- Industrie (31 %): vooral van niet-geleide emissies bij de bouw en afbraak van gebouwen en wegen en geleide emissies bij de ijzer- en staalindustrie.
- Huishoudens (30 %): emissies grotendeels door verwarming met (hout)kachels.
- Transport (22 %): slijtage van remmen en banden van wegverkeer (niet-uitlaatemissie).
Evolutie
Er is een daling van de uitstoot met 37 % t.o.v. 2005:
- Sterke daling bij uitlaatemissies wegverkeer dankzij minder vervuilende en efficiëntere wegvoertuigen.
- Lichte stijging van niet-uitlaatemissies wegverkeer (slijtage van remmen, banden en wegdek) door toenemend aantal voertuigen.
- Daling van uitstoot energiesector door afbouw elektriciteitsproductie met kolen.
- Wisselend verloop van emissies door huishoudelijke verwarming, afhankelijk van weersomstandigheden.
- In 2022 daalde de uitstoot terug t.o.v. 2021 door mildere temperaturen in de winter waardoor er minder gestookt werd.
Hoe pakken we dit aan?
Het grootste potentieel voor dalende uitstoot van fijn stof ligt bij de huishoudens (houtverbranding). In samenwerking met de sector werd een Green Deal huishoudelijke houtverwarming afgesloten om de uitstoot door houtverbranding te verlagen. Voor het stoken van hout zijn er een aantal regels en adviezen.
Bij de industrie en het wegverkeer is het potentieel beperkter:
- Door de milieuwetgeving en vergunningsvoorwaarden aan te passen volgens de laatste stand van de techniek en door extra rookgaszuivering bij grote bedrijven, kunnen we een lagere uitstoot krijgen bij de industrie.
- Bij het wegverkeer zijn, gezien het belang van niet-uitlaatemissies, maatregelen die zorgen voor een modale verschuiving en minder kilometer over de weg belangrijk (zie indicatoren samenstelling wagenpark en activiteiten wegverkeer).
Een volledig overzicht van de maatregelen voor een betere luchtkwaliteit in Vlaanderen vind je in het Vlaams Luchtbeleidsplan 2030. Een bespreking van de voortgang van de maatregelen staat in het voortgangsrapport over het luchtbeleidsplan 2030.