Concentratie fijn stof (PM₁₀) in de omgevingslucht
- Fijn stof is bijna altijd een mengsel van verschillende soorten deeltjes. Wanneer het rechtstreeks wordt uitgestoten spreken we over primair stof. Wanneer het ontstaat door reacties in de lucht spreken we van secundair stof. PM10 zijn stofdeeltjes kleiner dan 10 µm (=0.01mm).
- Fijn stof is de belangrijkste polluent naar gezondheidsimpact, onder meer door luchtweginfecties, astma, dichtslibben van bloedvaten en het veroorzaken van kanker.
- De Europese grenswaarden zijn overal gehaald in 2023.
- De WGO-jaaradvieswaarde voor de bescherming van de gezondheid werd op alle meetplaatsen overschreden, de WGO-dagadvieswaarde voor de bescherming van de gezondheid werd gehaald op slechts 4 van de 43 meetplaatsen.
- De concentraties zijn in 2023 lager dan in al de voorgaande jaren. Dit door een dalende uitstoot gecombineerd met gunstig weer.
- In 2023 werd de bevolking 2 keer geïnformeerd bij verhoogde concentraties.
Gezondheidseffect
Fijn stof komt via inademing in ons lichaam, hoe kleiner de deeltjes hoe dieper ze in het menselijk lichaam kunnen doordringen en hoe meer schade ze kunnen veroorzaken:
- Hoe klein de blootstelling ook is, er is altijd een risico op een schadelijk effect op de gezondheid.
- Kortdurende blootstelling aan hogere concentraties veroorzaken vroegtijdige sterfte, verhoogde ziekenhuisopnames vanwege hart- of longproblemen, acute en chronische bronchitis en astma-aanvallen.
- Langdurige blootstelling (maanden tot jaren) veroorzaken vroegtijdige sterfte, vooral bij mensen met chronische hart- of longziekten, een verminderde groei van de longfunctie bij kinderen, longkanker alsook borstkanker en kanker in het spijsverteringsstelsel.
Naast gezondheidseffecten heeft fijn stof een invloed op het klimaat: naargelang de samenstelling kan fijn stof zowel voor afkoeling als voor opwarming zorgen.
Doelstellingen
Naam | Doelstelling | Meetplaatsen die doelstelling halen in 2023 |
---|---|---|
Europese grenswaarde | Jaar: 40 µg/m³ | 43/43 |
Dag: maximaal 35 dagen per jaar > 50 µg/m³ | 43/43 | |
WGO-advieswaarde | Jaar: 15 µg/m³ | 0/43 |
Dag: maximaal 3 dagen per jaar > 45 µg/m³ | 4/43 | |
Vlaams luchtbeleidsplan | voldoen aan WGO-advieswaarden tegen 2050 | / |
Toestand in 2023
De Europese jaar- en daggrenswaarden voor PM₁₀ werden overal gehaald in 2023. De WGO-jaaradvieswaarde voor de bescherming van de gezondheid werd op alle meetplaatsen overschreden, aan de WGO-dagadvieswaarde werd op 4 meetplaatsen voldaan. In het Vlaams luchtbeleidsplan is het voldoen aan de WGO-advieswaarden opgenomen als langetermijndoelstelling.
In 2023 lagen de gemeten PM₁₀-jaargemiddelden in Vlaanderen tussen 17 en 25 µg/m³:
- Het jaargemiddelde was het laagst op de landelijke meetplaatsen in Aarschot, Dessel, Houtem en Walshoutem, op de stedelijke meetplaats in Hasselt, op de meetplaats in Berendrecht in het noorden van de Antwerpse haven en op de meetplaats in Steenokkerzeel nabij de luchthaven van Zaventem.
- Het hoogste jaargemiddelde werd genoteerd op de meetplaats aan de Polderdijkweg in de Antwerpse haven.
- Op deze meetplaats noteerden we het meeste aantal dagen met een concentratie > 50 µg/m³ (EU) namelijk 13. Op de meetplaats in Rieme noteerden we het meeste aantal dagen met een concentratie > 45 µg/m³ (WGO) namelijk 21.
Volgens de modelberekeningen werd geen enkele Vlaming blootgesteld aan PM10-concentraties hoger dan de Europese jaar- en daggrenswaarde:
- De hoogste gemodelleerde jaargemiddelden bevinden zich in de Antwerpse haven, de Gentse kanaalzone en in een aantal gebieden in het noorden van de provincie West-Vlaanderen.
- Het model berekende de laagste jaargemiddelden in de provincie Vlaams-Brabant en ook in het zuiden van de provincie Oost-Vlaanderen en Limburg.
- 85 % van de Vlamingen werd blootgesteld aan concentraties boven de WGO-jaaradvieswaarden voor PM10, 50 % werd blootgesteld aan concentraties boven de WGO-dagadvieswaarde voor PM10, zie hiervoor de indicator blootstelling en gezondheidseffecten van fijn stof.
Bij verhoogde concentraties wordt de bevolking geïnformeerd, een stookadvies afgekondigd of zelfs een snelheidsbeperking op een aantal secties van ringwegen en snelwegen opgelegd:
- In 2023 werd de informatiefase 2 keer afgekondigd.
Evolutie
De trend van de jaargemiddelden en van het aantal dagen met daggemiddelden hoger dan 50 µg/m³ is in alle typegebieden dalend. Waar we in de periode 2019-2022 een eerder schommelend verloop zien, zijn de concentraties in 2023 lager dan in al de voorgaande jaren.
- De laagste concentraties meten we op de landelijke meetplaatsen.
- De verschillen tussen de typegebieden zijn in de loop der jaren verkleind.
Hoe pakken we dit aan?
Maatregelen om de concentraties van fijn stof te verlagen, richten zich zowel op de uitstoot van primair fijn stof als op de uitstoot van de precursoren (=voorloperstoffen) van (secundair) fijn stof. Het grootste potentieel voor een daling van de fijnstofconcentratie situeert zich bij de landbouwsector (vooral daling ammoniakuitstoot, dit is een fijnstofprecursor) en de huishoudens (houtverbranding). Meer gedetailleerde info is te vinden bij de indicatoren uitstoot fijn stof (PM₁₀) en uitstoot fijnstofprecursoren (NH₃, SO₂ en NOₓ).
Meer informatie
- Waar liggen de meetplaatsen en welke concentraties werden er gemeten (excel)?
- Naar de actuele fijnstofwaarden, overschrijdingen en evolutie van jaargemiddelden en het aantal dagen met daggemiddelde PM₁₀-concentratie > 50 µg/m³ per meetplaats.
- Wat is het verschil tussen de Europese doelstellingen en de WGO-advieswaarden?
- Wat is het ATMO-Street-model?
- Hoe worden de concentraties van fijn stof gemeten?