Vlaanderen.be www.vmm.be
Je bent hier: Home / Lucht / Evolutie luchtkwaliteit / Hoe evolueert de luchtkwaliteit in Vlaanderen?

Hoe evolueert de luchtkwaliteit in Vlaanderen?

De uitstoot in de lucht van verschillende stoffen neemt verder af en ook de luchtkwaliteit verbetert. Hierdoor daalt de gezondheidsimpact door luchtvervuiling, maar deze impact is nog steeds niet te verwaarlozen. Ook landbouw en natuur lijden onder de luchtvervuiling.

Vlaamse uitstoot neemt af

In het Vlaams Luchtbeleidsplan 2030 en in het Stikstofdecreet zijn er reductiedoelstellingen opgenomen voor verschillende polluenten. Voor fijn stof (PM2,5), zwaveldioxide (SO2) en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS) worden de doelstelling reeds gehaald. Voor stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) werden de uitstootdoelstellingen verstrengd n.a.v. het Stikstofdecreet. Voor NOx lijkt het doel tegen 2030 haalbaar, maar voor NH3 zijn maatregelen nodig om het doel te halen.

Uitstoot 2022Doel 2030
PM2,5 (t.o.v. 2005) - 49 % Groene vink - 37 %
SO2 (t.o.v. 2005) - 81 % Groene vink - 66 %
NMVOS (t.o.v. 2005) - 52 % Groene vink - 37 %
NO(t.o.v. 2015)  - 31 %  - 45 %
NH3 (t.o.v. 2015)  - 9 %  - 40 %

Industrie en energiesector vervuilen steeds minder

Het plaatsen van filters en de verschuiving naar het gebruik van fossiele brandstoffen met een lager zwavelgehalte, met onder meer de uitfasering van de kolencentrales in Vlaanderen, zorgen voor een lagere uitstoot.

Bij de sector energie zien we in de periode 2005-2022 een belangrijke emissiedaling van zowel de deeltjesvormige als de gasvormige polluenten. Bij de sector industrie situeert de daling zich vooral bij de gasvormige polluenten, zoals zwaveldioxide, vluchtige organische stoffen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's). Momenteel is de industrie de belangrijkste uitstootbron van zwaveldioxide (raffinaderijen, ijzer- en staalindustrie) en de meeste zware metalen.

Aandeel uitstoot door huishoudens en wegverkeer neemt toe

Momenteel zijn de huishoudens (gebouwenverwarming) de belangrijkste bron van fijn stof en PAK's.

Wegverkeer en gebouwenverwarming zijn belangrijke bronnen:

  • Het wegverkeer stootte in 2022 92 % minder fijn stof (PM2,5) uit via de uitlaat dan in 2005, omdat auto’s minder vervuilend geworden zijn. In 2020 was er een bijkomende daling door minder verkeer omwille van de coronamaatregelen.
  • Het verkeer stoot nog steeds veel stikstofoxiden (NOx) uit. Dieselvoertuigen stoten het meest NOx uit.
  • De vernieuwing van het kachelpark en zachtere winters zorgen voor een dalende trend in de berekende uitstootcijfers van fijn stof en PAK's. Mogelijke effecten van de energiecrisis (shift naar meer houtverbruik) kunnen echter niet ten volle in de emissies doorgerekend worden omwille van de beperkte beschikbaarheid aan jaarafhankelijke inputdata.
  • Huishoudelijke houtstook en wegverkeer waren in 2022 samen verantwoordelijk voor bijna 70 % van de totale uitstoot van elementair koolstof (EC) in Vlaanderen.

Land- en tuinbouw nog steeds belangrijke bron van stikstof

Vooral ammoniak uit de veeteelt, maar ook NOx-emissies van het verkeer, zorgen voor verzuring en vermesting en de vorming van (secundair) fijn stof. De uitstoot van ammoniak door de land- en tuinbouw daalde licht tot en met 2008, bleef nadien een aantal jaren stabiel en daalt sinds 2014 opnieuw licht. Omdat de uitstoot van de andere sectoren wel verder afnam, stijgt het relatieve aandeel van de landbouw in de stikstofproblematiek.

Luchtvervuiling neemt af in 2023 door dalende uitstoot en gunstig weer

In 2023 ging de luchtkwaliteit er voor bijna alle stoffen op vooruit. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn de dalende uitstoot en het gunstige weer zonder lange smogepisodes. Luchtvervuiling blijft wel een grote impact hebben op onze gezondheid, de natuur en de landbouw.
Het overgrote deel van de gemeten stoffen daalde ten opzichte van 2022:

  • Fijn stof, stikstofdioxide en benzeen daalden met ongeveer 15 %.
  • Roet (black carbon) daalde met iets meer dan 20 % en ammoniak met 25 %.
  • PAK's, vooral van gebouwenverwarming met hout, namen het sterkst af. Benzo(a)pyreen, de belangrijkste PAK, nam gemiddeld over alle meetplaatsen met 55 % af.

Waar de energiecrisis in 2022 nog duidelijke toenames veroorzaakte van stoffen gelinkt aan houtverbranding, zien we in 2023 een daling van bijna alle stoffen en in het bijzonder de stoffen gelinkt aan houtverbranding. Zowel de daling van de energieprijzen als het gunstig weer zorgden voor dalingen bij het overgrote deel van de vervuilende stoffen. In vergelijking met voorgaande jaren waren er in 2023 veel dagen met neerslag en weinig windstille dagen. Beide zijn gunstig voor de luchtkwaliteit: regen en wind zorgen voor uitwassing en verdunning van luchtvervuiling.
Terwijl de meeste stoffen verminderden, nam het ozonjaargemiddelde verder toe in 2023. Tijdens de warme junimaand van 2023 werd de informatiedrempel voor ozon op 4 dagen overschreden.

Lokaal hogere concentraties nabij bronnen

Naast het opvolgen van de algemene luchtkwaliteit in Vlaanderen voert de VMM ook bijkomende gebiedsgerichte metingen uit voor stoffen als zware metalen, dioxines en PCB's, VOS, PFAS, UFP... De trends voor deze stoffen variëren sterk naargelang de locaties.
Naar aanleiding van de resultaten van de grote VOS-campagne in 2021 voerde de VMM in 2023 extra VOS-metingen uit in 2 aandachtsgebieden in de Antwerpse haven. De resultaten hiervan worden later dit jaar gepubliceerd.

Sinds 2021 meet de VMM ook PFAS in zwevend stof en depositie nabij het bedrijf 3M en de Oosterweelwerken. Op één meetplaats nabij bewoning (Neerstraat in Zwijndrecht) lag het jaargemiddelde voor PFAS in lucht in 2023 boven de tijdelijke gezondheidskundige toetsingswaarde. Een droge periode met stevige noordoostenwind zorgde daar voor PFAS-verspreiding van de 3M-site. Hierop werden extra maatregelen genomen die resulteerden in een duidelijke afname van de vervuiling.

In de omgeving van de luchthaven van Zaventem meet de VMM ultrafijn stof (UFP). De concentratie is hier hoger dan de UFP-concentratie gemeten in een stedelijke achtergrond (Borgerhout). Meer dan de helft van de UFP-daggemiddelden gemeten nabij de luchthaven liggen boven de daggemiddelde concentratie die de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) als hoog beschouwt.

Belangrijke impact van luchtvervuiling op onze gezondheid

Fijn stof, stikstofdioxide en ozon zijn de drie stoffen met de grootste gezondheidsimpact in Vlaanderen en leiden tot vroegtijdige sterfte. In 2023 waren er naar schatting ongeveer:

  • 3500 vroegtijdige sterfgevallen door fijn stof (PM2,5)
  • 1600 vroegtijdige sterfgevallen door ozon(O3)
  •  800 vroegtijdige sterfgevallen door stikstofdioxide (NO2)

Deze schattingen mag je niet zomaar optellen, want er kan voor een deel overlap zijn tussen vroegtijdige sterfgevallen die toegeschreven worden aan verschillende vervuilende stoffen.

Volgens modelberekeningen en bij toetsing aan de WGO-advieswaarden worden alle Vlamingen blootgesteld aan te veel fijn stof (PM2,5) en ozon en bijna alle Vlamingen aan teveel stikstofdioxide. Kijken we naar de modelkaart, dan zien we de hoogste gemodelleerde NO2-jaargemiddelden in steden, in industriële gebieden en nabij druk wegverkeer (tot 35 µg/m³). Het laagste NO2-jaargemiddelde werd gemeten in een natuurgebied (5 µg/m³).

De eerste belangrijke stap om de gezondheidsdoelstellingen op lange termijn te behalen is de uitvoering van de maatregelen uit het Vlaams Luchtbeleidsplan. De Vlaamse Overheid wil met dit plan op middellange termijn (2030) de gezondheidsimpact halveren en op lange termijn (2050) de WGO-advieswaarden respecteren. Het tweede voortgangsrapport geeft een stand van zaken. Daarnaast bevatten gebiedsgerichte actieplannen maatregelen om lokaal de luchtkwaliteit te verbeteren

Ook landbouw en natuur lijden onder luchtvervuiling

Door teveel ozon brengen landbouwgewassen minder op en groeien bossen minder snel. Verzuring en vermesting schaden de natuurlijke vegetatie. In 2023 ondervonden alle loofbossen en alle akkergronden een te hoge ozondosis.

De stikstofdepositie was te hoog op 77 % van de oppervlakte natuur. Het doel uit het Luchtbeleidsplan ligt nog niet binnen bereik. Vooral veeteelt (ammoniakuitstoot) en wegverkeer (uitstoot stikstofdioxides) stoten stikstof uit.

Om de biodiversiteit in stand te houden en de vegetatie te beschermen moet de luchtkwaliteit verbeteren en stikstofdepositie verminderen. De maatregelen in het Luchtbeleidsplan in combinatie met die uit het stikstofdecreet zijn nodig om de doelen te realiseren.

Toetsing luchtkwaliteit 2023 aan normen EU en WGO

De Europese regelgeving (die naast gezondheidseffecten ook rekening houdt met economische en technische haalbaarheid), wordt op veel plaatsen in Vlaanderen gerespecteerd. Enkele stoffen zijn nog niet volledig in orde met de EU-normen:

  • Voor ozon worden de langetermijndoelstellingen overal overschreden.
  • Ammoniak overschrijdt het kritieke niveau voor de vegetatie op bijna de helft van de meetplaatsen.
  • Voor arseen noteren we op twee van de drie meetplaatsen in de omgeving van Hoboken concentraties boven de Europese streefwaarde.

De Wereldgezondheidsorganisatie baseert zijn advieswaarden alleen op gezondheidseffecten en is hierdoor meestal strenger dan de Europese regelgeving. Voor fijn stof, stikstofdioxide en ozon overschrijden we de WGO-advieswaarden op bijna alle meetplaatsen. In het Vlaams luchtbeleidsplan is het voldoen aan de WGO-advieswaarden een langetermijndoelstelling (2050).

Strengere normen vanaf 2030

De Europese Commissie lanceerde in oktober 2022 een voorstel voor herziening van de richtlijnen Luchtkwaliteit. Na onderhandelingen tussen het Europese Parlement en de lidstaten werd onder Belgische voorzitterschap van de raad van de Europese Unie in februari 2024 een akkoord bereikt over een aangepaste versie van dit voorstel. Er wordt verwacht dat het goedkeuringsproces ten laatste in november 2024 volledig rond is en de nieuwe richtlijn van kracht wordt. De meeste grenswaarden worden vanaf 2030 verstrengd en de meeste streefwaarden (behalve voor ozon) worden grenswaarden.

De VMM toetst de data van 2023 aan de huidige EU-regelgeving en de huidige WGO-advieswaarden.

Toetsing Vlaamse luchtkwaliteit 2023 aan de Europese regelgeving (2008/50/EG - 2004/107/EG - CLRTAP)

Polluent

Toetsing aan de doelstelling

Meetplaatsen die doelstelling halen

Fijn stof - PM10-fractie Groene vink GW dag
Groene vink GW jaar
43/43
43/43
Fijn stof - PM2.5-fractie Groene vink GW jaar
Groene vink (reductie) GBI
45/45
(nvt - Vlaams gemiddelde)
Stikstofdioxide Groene vink GW uur, alarmdrempel uur
Groene vink GW jaar - metingen met monitoren
Groene vink GW jaar - metingen met passieve samplers
slecht GW jaar - modelberekeningen
49/49
49/49
50/50
(nvt - model)
Zwaveldioxide Groene vink GW uur + dag 
Groene vink alarmdrempel uur
4/4
4/4
Koolstofmonoxide Groene vink GW 8-uur 4/4
Lood Groene vink GW jaar 12/12
Benzeen Groene vink GW jaar 11/11
Ozon - gezondheid Groene vink SW 8-uur uitgemiddeld over 3 jaar
slecht langetermijndoelstelling - jaar
slecht informatiedrempel - uur
Groene vink alarmdrempel - uur
17/17
0/18
13/18
17/17
Ozon - vegetatie Groene vink SW -uitgemiddeld over 5 jaar
slecht langetermijndoelstelling - jaar
18/18
0/18
Ammoniak - vegetatie slecht AB jaar - vaatplanten
slecht AB jaar - (korst)mossen
14/24
0/24
Arseen slecht SW jaar 10/12
Cadmium Groene vink SW jaar 12/12
Nikkel Groene vink SW jaar 12/12
Benzo(a)pyreen Groene vink SW jaar 8/8
AB: aanbeveling          GW: grenswaarde          SW: streefwaarde (met vermelding van de tijdsspanne waarvoor de doelstelling geldt)

 

Toetsing Vlaamse luchtkwaliteit 2023 aan advieswaarden Wereldgezondheidsorganisatie

Polluent

Toetsing aan de advieswaarde

Aantal meetplaatsen die de advieswaarde halen

Fijn stof - PM10-fractie slecht (jaar)
slecht (dag)
0/43
4/43
Fijn stof - PM2,5-fractie slecht (jaar)
slecht (dag)
0/45
0/45
Stikstofdioxide Groene vink (uur - monitoren)
slecht (dag - monitoren)
slecht (jaar - monitoren)
slecht (jaar - samplers)
slecht (jaar - modelberekeningen)
49/49
1/49
11/49
7/50
(nvt - model)
Zwaveldioxide Groene vink (dag) 4/4
Ozon slecht (8-uur)
slecht (piek seizoen)
0/18
0/18
Tolueen Groene vink (half uur - week) 4/4
Tetrachlooretheen Groene vink (jaar) 7/7
Lood Groene vink (jaar) 12/12
Cadmium Groene vink (jaar) 12/12
Kwik Groene vink (jaar) 1/1
Mangaan Groene vink (jaar) 12/12
tussen haakjes staat de tijdsspanne waarvoor de advieswaarde geldt

vmm.be is een officiële website van de Vlaamse overheid

Elke dag opnieuw werkt de Vlaamse Milieumaatschappij aan het milieu van morgen. Water, lucht en klimaat(adaptatie) zijn onze kerntaken.