De ogen van de VMM op het terrein
De loopbaan van Nick
"Als lasser kwam ik bij wijze van spreken niet van mijn vierkante meter. Nu beheer ik een uitgestrekt gebied met zo’n 140 kilometer aan waterlopen."
Nick begon meer dan twintig jaar geleden zijn loopbaan bij de VMM (afdeling Water). Daarna werkte hij zes jaar bij Agentschap Wegen en Verkeer, waarna hij opnieuw terecht kwam bij de VMM in het team Rattenbestrijding. Nadien solliciteerde hij voor zijn huidige functie bij dienst Onderhoud en Toezicht, waar hij nu bijna tien jaar aan de slag is. “Dankzij die interne mobiliteit zijn er altijd groeimogelijkheden. Ik vind het goed dat de VMM kijkt naar de capaciteiten die al aanwezig zijn binnen de organisatie. Maar nu zou ik mijn job met geen enkele andere job meer willen ruilen, echt waar.”
“Ik heb ook nog een jaar als lasser gewerkt in een fabriek. Het verschil met de job als gebiedsbeheerder kan niet groter zijn. Als lasser kwam ik bij wijze van spreken niet van mijn vierkante meter. Nu beheer ik een uitgestrekt gebied met zo’n 140 kilometer aan waterlopen. Daarbij krijg ik heel wat vrijheid om mijn job in te vullen.”
De vele kanten van de job
"Dat we dan regelmatig reeën, bevers en ijsvogels kruisen op ons pad, is natuurlijk mooi meegenomen.”
“De job als gebiedsbeheerder biedt enorm veel variatie,” vertelt Nick. “De verhouding tussen buiten zijn in de natuur en kantoorwerk is afhankelijk van periode tot periode. Ik ben vaker op terrein als onze aannemers onderhoudswerken uitvoeren, of als we de jaarlijkse schouwing van de waterloop doen. Bij de schouwing wandelen we de waterloop van A tot Z af en brengen we alle gebreken in kaart. In de zomer kunnen we dit soms zelfs per kano doen. Dat we dan regelmatig reeën, bevers en ijsvogels kruisen op ons pad, is natuurlijk mooi meegenomen.”
"Het wekelijks overleg binnen ons team van gebiedsbeheerders vindt plaats op kantoor. Ander kantoorwerk is bijvoorbeeld enkele databanken up-to-date houden met het verzamelde materiaal van de schouwingen. Voor mij is de job de ideale combinatie tussen buitenwerk en bureauwerk."
Een voorbereid man is er twee waard
“Zonder mijn dienstvoertuig zou ik niet ver geraken. Standaard bewaar ik er laarzen (onmisbaar bij schouwingen), handschoenen (om bijvoorbeeld dode vissen uit beken te halen), droge kleren, handdoeken, meetapparatuur … Ik ga meestal op terrein voordat ik naar kantoor kom, anders zit ik in de ochtendfile. Op de baan zijn levert soms nog het meeste stress op!”
In contact met mens en natuur
“Gebiedsbeheerders zijn de ogen op het terrein. Omdat we vaak buiten zijn, zien we wat er speelt. We kunnen vlugger ingrijpen als we iets opmerken, zoals bij lozingen of een fout in een brug. In tijden van wateroverlast houden we onze onderhoudsingenieurs en hydrologen op de hoogte. En voor veel burgers, landbouwers en natuurverenigingen zijn we het eerste aanspreekpunt van de VMM. We verlenen ook advies voor omgevingsvergunningen in overstromingsgevoelige gebieden en volgen dit van dichtbij op.”
“In 2018 hebben we met Sport Vlaanderen en verschillende kajak- en kanoverhuurders afspraken gemaakt rond recreatief gebruik van de Kleine Nete. We hebben de kanosteigers volledig vernieuwd en hebben de waterloop afgebakend, zodat de kanovaarders zeker niet in de stuw terecht kunnen komen."
“De belangen van de verschillende actoren staan soms haaks op elkaar. Het is dus niet altijd een goednieuwsshow voor iedereen. Als het een droge zomer is, dan loert een captatieverbod al snel om de hoek. Met het oog op ecologisch beheer is het onze taak om het beleid van de VMM te verdedigen en te bemiddelen waar nodig.”
'Frans van Jef van Louis van de meulder'
Het gebied waar de Kleine Nete samenvloeit met de Aa in Grobbendonk, is een van de deelgebieden in beheer van Nick. Een prachtig stukje natuur dat onder andere dient als natuurlijk overstromingsgebied om de woonkernen en boerderijen te beschermen. Je vindt er ook een eeuwenoude molen, waar molenaar en lokale bekendheid Frans Van Hool nog dagelijks actief is. Nick vertelt: “We kennen elkaar bijna tien jaar. Het is zijn kostwinning en hij heeft stuwrecht, het recht om zijn molen te laten draaien op het water van de waterlopen die in ons beheer zijn. Door de samenvloeiing van twee rivieren is hier een groot debiet aanwezig. Hij moet wel rekening houden met hoogwaterperiodes en periodiek moet vismigratie mogelijk zijn."
"In droge jaren zoals 2018 moet de molenaar uren water sparen door de stuw op te trekken, voordat hij opnieuw kan malen. In samenspraak regelen we de stuw, wat een van de belangrijkere installaties in het Netebekken is.”
“De VMM heeft in dit gebied ook de succesvolle krabbensleuf en vistrap aangelegd. Die vistrap mag geen belemmering zijn voor de maalvaardigheid van de molen, dus kan de molenaar de vistrap tijdelijk afsluiten. Anderzijds mag de visdoorgang ook niet te lang dicht zijn, omdat dit nefast kan zijn voor de vismigratie van bijvoorbeeld de zeer zeldzame zeeprik en rivierprik."
Technologische (r)evolutie
Onze gebiedsbeheerders staan in voor de kunstwerken (stuwen, schuiven, vistrap, roosters …). Vroeger moesten ze met permanentiebeurtrol voor het minste ter plaatse gaan. Nu krijgen ze nog regelmatig een oproep, maar kunnen ze de oorzaak vaak onmiddellijk nagaan via de camerabeelden bij de kunstwerken of via de smartphone. “Het is een pak efficiënter dat ik de kunstwerken kan controleren én aansturen vanop mijn smartphone. Bij een alarm probeer ik het eerst zelf op te lossen. Lukt dat niet, dan moet ik mogelijk onze collega’s van elektromechanica inschakelen.”
"Het zou me niet verbazen als een drone binnen tien jaar tot de standaarduitrusting van een gebiedsbeheerder behoort."
“De smartphone is een belangrijk deel van mijn uitrusting geworden. Ik gebruik het in sommige gevallen als gps en natuurlijk ook om mee te bellen. Tijdens schouwingen neem ik elke 100 meter stroomaf- en stroomopwaarts een foto met locatieaanduiding. Alles samen hebben we een erg mooie databank van onze waterlopen, waarmee we eventuele veranderingen in de tijd goed kunnen waarnemen. Een soort van Google Street View eigenlijk. Wie weet brengen we in de toekomst de waterlopen wel in kaart met een autonoom vaartuig, uitgerust met 360°-camera? Voor overstromingen hebben we nu ook een contract met een dronebedrijf, terwijl we hiervoor vroeger een helikopter moesten charteren. Het zou me niet verbazen als een drone binnen tien jaar tot de standaarduitrusting van een gebiedsbeheerder behoort. Als de technologie met de huidige snelheid blijft evolueren, hoe zal het dan zijn tegen het einde van mijn carrière?”