Methodiek NOx-meting
Stikstofoxiden (NO) en stikstofdioxide (NO2) meten wij door enerzijds gebruik te maken van passieve samplers en anderzijds monitoren. Om het verschil tussen beide te duiden, geeft onderstaande tabel een overzicht van de voornaamste eigenschappen van beide meetmethoden.
|
passieve sampler |
monitor |
---|---|---|
meet |
enkel NO2 |
NOx (zowel NO als NO2) |
meetprincipe |
eenvoudig (diffusie) |
complex (chemiluminescentie) |
meting gebeurt |
semiautomatisch |
automatisch |
onderhoud |
niet nodig |
regelmatig nodig, ingewikkeld |
gevoeligheid |
redelijk gevoelig |
heel gevoelig (lage concentraties) |
geeft informatie |
gemiddelde over lange meetperiode (weken) |
onmiddellijk resultaat van korte periode (half uur) |
resultaten beschikbaar |
na analyse in labo |
onmiddellijk op toestel zelf |
kostprijs |
goedkoop |
heel duur |
Automatische monitoren
De automatische monitoren werken volgens het principe van chemiluminescentie.De omgevingslucht wordt in het toestel gezogen, waar het in 2 delen wordt gesplitst. Eén deel wordt gebruikt voor de meting van de NO-concentratie, het tweede deel voor de meting van de NOx (NO + NO2)-concentratie.
Het tweede deel wordt eerst door een katalytische convertor geleid, waar het aanwezige NO2 wordt gereduceerd tot NO. In de reactiekamer reageert NO met in het toestel geproduceerde ozon en aangeslagen stikstofdioxide (NO + O3 => NO2* + O2) vormt. Het aangeslagen NO2 gaat naar de grondtoestand over na de uitzending van straling (NO2* => NO2 + straling). De intensiteit van deze straling is rechtstreeks evenredig met de concentratie aan NO voor het eerste deel en met de concentratie aan NOx (NO + NO2) voor het tweede deel. Door aftrekking van de NO-concentratie van de NOx-concentratie bekomt men de concentratie aan NO2.